Mineraaltje met een verhaaltje

maandelijkse rubriek met een merkwaardig verhaal over een mineraalspecimen
voor vragen of suggesties, email verhaaltje@minerant.org
 

mineralen van naast de weg

Foto's en verhaal Erik Vercammen


Howieiet, 7 x 6 x 2 cm, Laytonville Quarry in Mendocino County, California, USA

Het gaat hier niet om mineralen gekocht in standjes naast de weg, zoals dat in Marokko mogelijk is, maar wel om mineralen gevonden vlak naast de weg. Dat gebeurde in Californië, toen we in 2010 op vakantie waren met ons gezin in het westen van de USA. Ik had moeten beloven niet alleen aandacht voor “stenen” te hebben, maar wat zeker wel op het programma kon was een bezoek aan een bepaalde groeve: Laytonville Quarry in Mendocino County. We moesten toch in de buurt (althans naar Amerikaanse normen) passeren op onze weg van San Francisco naar het noorden van Californië, waar we de “redwoods” (sequoia’s) wilden gaan bekijken, en dus moest er een uurtje af kunnen voor de mineralenjacht.

Mijn motief om zo graag deze groeve te bezoeken, was dat er zeldzame gesteentes voorkomen, met name blauwschisten. Die ontstaan waar oceanische gesteentes in een subductiezone terechtkomen (hier de voormalige subductiezone van de Stille Oceaan onder Noord-Amerika (nu is die vervangen door de Sant-Andreasbreuk, met zijdelingse verschuiving). Die gesteentes zijn in de subductiezone onderworpen aan erg grote druk, maar de temperatuur daarbij was laag want de gesteentes waren koud en opwarmen ervan gebeurt maar heel traag. Langs breuken en verschuivingen, en door erosie zijn de begraven en omgezette gesteentes terug aan de oppervlakte geraakt, en daar kunnen we ze nu vinden. Daarbij liggen allerlei gesteentes van verschillende graden van omzetting door mekaar, met brokken van allerlei grootte (decimeters tot decameters) in een korrelige grondmassa. Zoiets heet geologisch een “mélange”. Deze metamorfose bij een subductiezone aan hoge druk en lage temperatuur heet ‘blauwschist-metamorfose’ omdat er kenmerkend blauwgrijze glaucophaan (een natrium-ijzer-amphibool) in voorkomt.
Bovendien is de Laytonville Quarry ook nog de type-lokaliteit van 3 mineralen: deeriet, howieiet en zussmaniet. Die zijn genoemd naar de professoren Deer, Howie en Zussman, die een bekende reeks boeken over gesteentevormende mineralen hebben geschreven. Alles bijeen dus meer dan genoeg redenen om in deze groeve te gaan zoeken.

Via Internet had ik gegevens over en de coördinaten van de groeve gevonden. Die is al lang buiten gebruik, nadat ze in 1957 aangelegd werd voor stortsteen: er zou 91.000 ton steen gewonnen zijn. Naast de zeldzame mineralen was het een groot pluspunt ervan dat ze gemakkelijk gelegen is, vlak bij Highway 101. En toen we daar aankwamen, bleek dat er een grote open plek is vlak naast de weg, waar we vlot konden parkeren. De huisgenoten konden daar rustig een tijdje verpozen, terwijl ik op mineralenjacht ging.

Op amper drie kwartier had ik een mooie buit bijeen geraapt en gehakt:

  • Glaucophaan, met een mooie blauwe kleur
  • Lawsoniet, als glazige ruitjes in de glaukofaan
  • Wat lichtblauw vezelig materiaal, waarschijnlijk riebeckiet
  • Veel stilpnomelaan, die erg lijkt op biotiet
  • Oranjebruine korrels spessartien, in glaucophaan
  • Nogal wat pyriet verspreid in het gesteente, maar geen echt mooie kristallen
  • Een paar albietplaatjes in calciet
  • Chloriet en/of muscoviet, mogelijk ook talk
  • Eén grote steen vol naalden van deeriet, die soms zelfs fluwelig-vervilt lijken
  • Howieiet, slechts één stuk maar mooi, met de naalden gerangschikt in ‘zonnen’ : zie de foto

Zussmaniet heb ik bij mijn weten niet gevonden, al is het best mogelijk dat er kleine schubjes van aanwezig zijn op sommige meegebrachte stenen. Maar alles bijeen was het een zeer goeie mineralendag: op korte tijd drie zeldzame soorten (deeriet, howieiet en lawsoniet) voor het eerst zelf gevonden, terwijl ook glaucophaan, stilpnomelaan, riebeckiet en spessartien niet zo alledaags zijn, zeker niet voor ons vlaklanders. En verder gaf het wel een speciaal gevoel te wandelen tussen de rotsen die eens een oceaanbodem vormden. Tenslotte is een groeve die vlak langs de weg ligt, en dat zonder enige afsluiting of verbodsbord, ook een welkome afwisseling.