Merkwaardige macro mineralen
een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne,
door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien - voor vragen of suggesties, email
mmm@minerant.org
BARIET
Jinkouhe district, Leshan, Sichuan, China
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Het aanbod aan Chinese bariet was de laatste pakweg 20 jaar goed gevarieerd en van een uitstekende kwaliteit – getuige daarvan specimens van vindplaatsen zoals Xikuangshan, Lushi, Nandan, Dongchuan en Xiefang die onder verzamelaars hogelijk gewaardeerd worden. Maar mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar het Jinkouhe district, in de Leshan prefectuur van de Sichuan provincie in Zuidwest China. Het aanbod is hier ongewoon beperkt: enkel bariet en kwarts, maar dan wel van een hoge kwaliteitsstandaard
Jinkouhe is een klein dorp aan de oevers van de Dadu rivier, die zorgt voor de afwatering van een belangrijk deel van het Oostelijk Tibetaans Plateau naar het Sichuan Bekken. Hij mondt uit in de relatief korte Min rivier die uiteindelijk zelf in de Yangtze vloeit – China’s en zelfs Azië’s grootste rivier. Hierbij worden duizelingwekkende hoogteverschillen overbrugd: de Dadu heeft in zijn stroombedding een tot 1000 meter diepe canyon uitgesneden – een gelijkenis met de Colorado in de Grand Canyon is hier niet ongepast. Op de rivier vind je 26 dammen – compleet of onder constructie - met bijbehorende waterkrachtcentrales. De grootste daarvan is de momenteel nog in constructie zijnde Shuangjangkou dam die, wanneer hij met zijn hoogte van 312 meter rond 2023 in dienst wordt genomen, de grootste ter wereld zal zijn.
Het Jinkouhe district is militair spergebied en als dusdanig niet toegankelijk voor vreemdelingen: de Sichuan Honghua Industrial Corporation – zelf een onderafdeling van het Chinese Ministerie voor Kernindustrie - heeft er een uraniumverrijkingsfabriek volgens het gasdiffusieprincipe, beter bekend als Plant 814. Het dorp zelf is bereikbaar via een weg en een spoorlijn maar voor niet-Chinezen eindigt de reis hier bij een wegversperring, respectievelijk in het stationnetje van Jinkouhe dat ze niet mogen verlaten (zie foto - Leshan is de meest nabije stad 60 km ten noordwesten van Jinkouhe; merk ook op hoe niet-Chinezen hier omschreven worden!)
In de literatuur wordt nogal eens gewag gemaakt van de Jinkouhe mijn of groeve – maar die bestaat niet als dusdanig. Dergelijke omschrijving is afkomstig uit het Engelstalige werk “Fine Minerals of China” van Guanghua Liu dat werd uitgegeven in 2006: niet direct het beste boek over het onderwerp en in alle geval inferieur aan Ottens’ “China – Mineralien, Fundorten, Lagerstätten” dat pas in 2008 verscheen. Liu’s werk draagt nochtans de voorkeur weg van (doorgaans) Duits-onkundige Amerikanen maar in Europa was het alvast geen succes: ik kocht mijn exemplaar met een fikse korting rechtstreeks van de auteur in Sainte Marie 2006, al in hetzelfde jaar dat het werd uitgegeven!
Kwarts en bariet worden in de Dadu canyon gewonnen langs een smalle strook van zowat 15 km lang door lokale boeren via smalle tunnels die in de steile rotswanden worden gedreven, 500 tot 800 meter boven de rivierbedding. Die zijn niet toegankelijk voor welke vorm van verkeer dan ook. Dagelijks moeten ze langs gevaarlijk smalle en gladde paden naar hun werkplaats klauteren; de productie moet dan ook nog eens via dezelfde weg terug in rieten rugmanden naar beneden worden gedragen. De kristallen zijn doorgaans bedekt met een roodbruine film van ijzeroxiden – die er later met zoutzuur wordt afgehaald. Oorspronkelijk waren de specimens – toen nog voornamelijk kwarts - uitsluitend bedoeld voor de interne markt. Nabij de stad Leshan, dicht bij de samenvloeiing van de Dadu en de Min, werd in de steile kliffen ‘s werelds grootste Boeddhabeeld (hoogte 71 meter) uitgehakt. Dat trekt nogal wat pelgrims en inlandse toeristen aan, die achteraf graag ook nog eens een aandenken naar huis meenamen - in casu een mooi kwartsspecimen, waaraan de verkoper vast ook nog wel wat helende eigenschappen had toegedicht. Het duurde echter niet lang voor deze souvenirs door mineralenhandelaars werden opgemerkt en sindsdien doken ze dan ook regelmatig op in doorgaans kleine hoeveelheden op mineralenbeurzen, vanwaar ze snel hun weg naar verzamelingen vonden.
l
De Boeddha van Leshan – foto Paul Tambuyser 2007
Het specimen van foto 1 (160 op 110 op 60 mm) kan je zowat als standaard voor Jinkouhe beschouwen. Ik kocht het in 2011 bij Da Zhong Crystal Mineral Museum, een vaste waarde op de beurs van Sainte Marie (what’s in a name - Chinezen bestempelen hun mineralenhandeltje nu eenmaal graag als Mineral Museum). De barietkristallen zijn wit tot bijna glashelder. Het zijn platte tafels tot 5 cm zijde, uitermate euhedrisch en eenvoudig van structuur. Ze verrijzen uit een matrix van kleurloze naaldvormige kwartskristalletjes tot 8 mm lengte. De randjes van enkele tafels vertonen nog een vage oranje schijn – mogelijk door ijzeroxiden die in het kristal zitten ingebed en daarom door een zuurbehandeling niet konden verwijderd worden. Langs de randen van sommige tafels zit echter een aaneenschakeling van kleine witte calcietkristalletjes (bevestigd via een test met koud verdund HCl) die tot pseudo-sfeertjes ineen gegroeid zijn – wat er dan weer op wijst dat dit specimen helemaal niet met zuur behandeld werd?
Foto 2 laat een minder conventieel Jinkouhe specimen zien (185 x 70 x 45 mm), op de kop getikt bij Massimo Ricci in Sainte Marie 2009. Afgezien van een klein aanhechtingspunt van nauwelijks enkele vierkante centimeter is het een quasi volledige floater. Het werd gevormd door een aaneenschakeling van drie uitgerekte, min of meer parallelle rijen witte bariettafels die zodanig aan elkaar verbonden zijn dat het geheel er uitziet als de tanden van een zaagblad. De grootste kristallen zijn van een 4 á 5 cm grootteorde.
Mijn favoriete specimen (150 x 140 x 80 mm) is echter dat van foto 3 (detail op foto 4), gekocht op Sainte Marie 2014 bij Shiheng Minerals van een uitermate vriendelijke en goed onderlegde Chinese jongedame met wie het goed negotiëren was en die bovendien ook nog eens perfect Engels sprak – kortom, de absolute tegenpool van veel Chinese verkopers waarmee je het in Sainte Marie doorgaans moet stellen. Het specimen is een uitstekende synthese van waar het in Jinkouhe om gaat: kwarts en bariet. Op een bed van langgerekte glasheldere kwartsnaalden tot 5 cm lengte hebben zich een aantal van elkaar geïsoleerde, tot 3 cm grote barietkristallen genesteld. Die zijn duidelijk pas na de kwartskristallen gevormd. De barietkristallen zijn een goed voorbeeld van wat in de literatuur als fantoomkristallen bestempeld wordt. Wanneer tijdens de groei van een kristal de omstandigheden veranderd zijn (door een gewijzigde druk, temperatuur, zuurtegraad of samenstelling van de moederoplossing – om maar enkele mogelijke oorzaken te noemen) dan kan dat in het finale kristal soms zichtbaar zijn via bijvoorbeeld minuscule ingesloten onzuiverheden, belletjes of stof of door het plotse relatief sneller of trager groeien van sommige vlakken. Op foto 4 is hier duidelijk te zien hoe op een bepaald ogenblik de kleur is overgegaan van half doorschijnend naar volledig opaak wit. Tegelijk is de kristalvorm veranderd van eenvoudige tafels naar een meer complexe zaagtandvorm. Ook de relatieve groeisnelheid van de kristallen is hier door de verandering gewijzigd: de zijvlakken van de tafels zijn relatief snel blijven doorgroeien – getuige daarvan de dikke witte randen – terwijl de grote tafelvlakken zelf nagenoeg niet meer zijn aangegroeid: daar is zelfs de originele transparante kleur nog te zien.
Waarmee eens te meer het oude adagium is gedemonstreerd: kristallen hoeven niet persé groot te zijn om te intrigeren.
alfabetische index