Merkwaardige macro mineralen
een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne,
door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien - voor vragen of suggesties, email
mmm@minerant.org
BARIET
Noble, Oklahoma, USA
Foto 1
Foto 2
Veel verzamelaars slaat de schrik om het hart wanneer het begrip “iconisch mineraal” valt, en dat is helaas dikwijls terecht: denk maar aan azuriet uit Tsumeb, fluorapatiet uit Panasqueira, elbaiet uit Pederneira en nog zoveel andere die je de dag van vandaag een rib uit je lijf of zelfs een hele ribbenkas kosten. Maar dat is gelukkig niet altijd zo: met wat zoeken zijn hier en daar nog altijd wel echt typerende mineralen te vinden die niet eens zo duur zijn. En daartoe behoren de zandbarietrozen van het centraal gedeelte van Oklahoma: zeer typisch en onmiddellijk herkenbaar, mooi van vorm, vlot beschikbaar en toch niet duur.
Wanneer bariet gaat kristalliseren in een milieu waar overvloedig zand aanwezig is dan kan dat laatste in de barietkristallen worden ingesloten. Daarbij blijven de fysische wetten die de barietkristallisatie beheersen ten volle gelden – hier is geen sprake van een pseudomorfose van zand na bariet, niettegenstaande de zandfractie een aanzienlijk deel van het geheel kan uitmaken: de typische bariet kristalvorm wordt ten volle behouden. Wereldwijd zijn er echter niet zoveel regio’s waar ooit zandbariet van enige betekenis werd gevonden: met Zuidoost Australië, Salina in Kansas en Zuid Marokko heb je pakweg al de belangrijkste gehad. Maar het allerbelangrijkste voorkomen is een smalle gordel die over een lengte van zowat 80 mijl van noord naar zuid loopt doorheen het centrale deel van de Amerikaanse staat Oklahoma, ten oosten van de stadjes Noble en Norman. Daar komen barietrozen voor – zoals David London, dé autoriteit ter zake het ooit stelde – “zo overvloedig dat de voorraad als nagenoeg onbeperkt kan beschouwd worden”.
Geologisch staat die gordel bekend als de “Garber Sandstone Belt” – genoemd naar het stadje Garber dat er middenin ligt. Tijdens het Perm (250-300 miljoen jaar geleden) was het westen van het huidige Oklahoma bedekt met een oceaan – het centraal gedeelte was een aaneenschakeling van ondiepe baaien. Toen het water zich terugtrok liet het een geologische formatie achter van roodachtige zandsteen – de Garber Sandstone. Die is samengesteld uit 70-80% scherp zand, 15-20% poriën tussen de korrels, een kleine hoeveelheid hematiet en wat kleimineralen. Op het oppervlak daarvan en in de lege ruimtes vormden zich later de barietrozen: aaneenschakelingen van platte, ronde, schijfvormige barietkristallen met een sterk gecomprimeerde c-as die de “bloemblaadjes” uitmaken van de zogenaamde “rose rocks”. De kleur varieert van afgebleekt tot medium roodbruin en wordt veroorzaakt door het ingesloten ijzeroxide. Ze komen zowel geïsoleerd voor als in clusters van meerdere aaneengesloten eenheden. De meeste hebben een diameter van 1 tot 10 , maar uitzonderlijk zelfs tot meer dan 50 cm. De grootste afzonderlijke rozet ooit mat 51 op 56 op 53 cm en woog 135 kg. De samenstelling is ongeveer half zand, half bariet. Het onderscheid met traditionele gipsrozen is doorgaans niet moeilijk te maken: die hebben meestal een veel complexer en onregelmatiger structuur en hun individuele kristallen hebben een totaal andere morfologie. Vanwege het verschil in densiteit (bariet 4,5 tegenover gips 2,3) liggen barietrozen ook veel zwaarder in de hand.
Hoe de barietrozen zich vormden staat nog niet volledig vast. Voor gipsrozen wordt doorgaans aangenomen dat ze ontstaan door het verdampen van water uit capillair opstijgende gipsoplossingen (de oplosbaarheid van gips in water bij kamertemperatuur is niet verwaarloosbaar: 2,4 gram per liter): dat zijn duidelijk evaporieten. Die verklaring is bij barietrozen echter wel heel onwaarschijnlijk, want bariet is met zijn 2,4
milligram per liter zo goed als wateronoplosbaar. Het meest waarschijnlijke mechanisme is dat het bariumsulfaat gevormd is uit via breuken en poreuze lagen opstijgende grondwateroplossingen die rijk zijn aan zowel gereduceerd zwavel – bijvoorbeeld onder de vorm van H
2S of het bisulfideion HS
- - als aan barium. Wanneer in hogere lagen de zwavel door luchtzuurstof geoxideerd wordt tot het sulfaation SO
42- slaat het zo goed als onoplosbare bariumsulfaat onmiddellijk neer. Met een dergelijk scenario is het mogelijk dat de barietrozen nu nog steeds aan het groeien zijn. Minder waarschijnlijk is een schema waarbij twee verschillende oplossingen - een met sulfaat, een met barium – vermengd worden. De specifieke vorming van platte, ronde kristallen wordt toegeschreven aan de aanwezigheid van bepaalde organische bestanddelen – zogenaamde kristallisatievergiften - die kristalgroei aan de hoeken vertragen tot verhinderen; dus net het omgekeerde van wat gebeurt bij een snelle kristalgroei waarbij hoekenrijke skeletstructuren ontstaan.
De hoogdagen voor de handel in barietrozen waren de jaren 1940-1960: grote volumes, doorgaans van vrij inferieure kwaliteit, werden toen verkocht als “tourist rock specimens”, zowel binnen als buiten Oklahoma. In sommige farms lagen ze letterlijk voor het oprapen - ingezet in stuc werden ze zelfs gebruikt als decoratie voor buitenmuren. Eén farmer groef systematisch, jaar na jaar, een van zijn akkers af en verkocht zijn oogst rose rocks per kilo aan de toen gangbare aardappelprijs: ze zagen er volgens hem net zo uit, en zijn alternatief was op hetzelfde veld aardappelen te verbouwen, vandaar … Die jaren van overvloed zijn nu helaas voorbij: de oude vindplaatsen zijn nagenoeg alle uitgeput of gesloten en de huidige eigenaars zien er strikt op toe dat er niet langer gegraven wordt. Maar in de kelders en schuren van de oude “diggers” ligt waarschijnlijk nog voldoende materiaal opgeslagen om verzamelaars nog járen lang van barietrozen te voorzien. Aan de oevers van het lokale Lake Thunderbird en het Stanley Draper Lake zijn bij laagwaterstand ook nog wel specimens te vinden – verzamelen wordt er door de politie toegestaan zolang het de spuigaten niet uitloopt. Goede specimens worden op onze beurzen nu nog slechts zelden aangeboden, maar dat betekent geenszins dat ze er niet meer zouden zijn. Zo nu en dan - zoals in de vroege jaren negentig - komt er nog wel eens een groter lot van betere kwaliteit beschikbaar. Vuistgrote rozetten gingen toen van de hand aan een stukprijs van om en bij de 25 dollarcent.
Het specimen van foto 1 (een dubbele roos van 80 x 45 x 30 mm) kocht ik in 1998 in een World of Science shop in Springfield, Massachusets. De opbouw uit afzonderlijke, platte, afgeronde barietkristallen is goed zichtbaar. Zijn densiteit van 3,3 klopt grofweg met een samenstelling van gelijke gewichtsdelen bariet en zand.
Foto 2 is van een specimen (110 x 80 x 45 mm) dat ik in 2006 kocht van René Hofkens op de Wilrijkse Alfeusbeurs. Het is een cluster van kleinere roosjes van ongeveer 2 cm diameter elk “op zijn eenvoudigst”, waarvan de individuele opbouw beperkt is tot een eenvoudige rangschikking van halfcirkelvormige kristallen.
Barietrozen mogen terecht bestempeld worden als echte mineralen: ze zijn – in tegenstelling tot gesteentes of rotsen, met hun willekeurige vorm - gekristalliseerd volgens welbepaalde kristallografische wetten. Nochtans werden ze in 1968 uitgeroepen tot State Rock van de staat Oklahoma: een vrij ongelukkige keuze want het predicaat State Mineral ware hier correcter geweest. Amerikaanse politieke afgevaardigden zijn blijkbaar niet zo’n goede mineralogen. Voor een correctie is het nu te laat: de zandlopervormige gipskristallen uit de Oklahoma Great Salt Plains gingen ondertussen in 2005 met die titel lopen.
Het stadje Noble in het centrum van de Garber Belt - een godvergeten gat van iets meer dan 5000 inwoners – werd in 1968 uitgeroepen tot “Rose Rock Capital of Oklahoma and, by default, the World” (!) door het Oklahoma House of Representatives, en dan nog wel per Emergency Act - dus met onmiddellijke ingang. Ik vraag me af wat daar zo dringend aan kan geweest zijn: hadden de barietrozen misschien gedreigd te vertrekken als ze geen directe genoegdoening kregen? Elke eerste zaterdag van mei wordt er een Rose Rock Festival georganiseerd, inclusief verkiezing van een Rose Rock Queen. Joe Stine, lokale geoloog, en echtgenote Nancy richtten er in 1986 hun Timberlake Rose Rock Museum op - genoemd naar een nabijgelegen meer. Op een bescheiden oppervlakte kun je er alles zien (en kopen!) wat ook maar van dicht of van ver met de lokale barietrozen te maken heeft, met inbegrip van rose rocks in de vorm van roosjes (uiteraard),beertjes, vlinders, hartjes en ga zo maar door. U heeft het al begrepen: knap vervelend en uitermate eentonig – niet echt een reden om de eerstvolgende vlucht richting Oklahoma City te nemen. Hou het maar liever bij enkele goede specimens in je verzameling – dat zal volstaan.
Volgens een (zogenaamde) Cherokee legende zouden de barietrozen van Oklahoma ontstaan zijn uit op de bodem gevallen druppels bloed van hun mannen en de tranen van hun vrouwen die in 1838-1839 de notoire “Trail of Tears” ondernamen – een pikzwarte bladzijde uit de geschiedenis van “the land of the free” (sic!). Origineel waren de Cherokees afkomstig uit Georgia, maar toen in hun thuisland goud werd gevonden resulteerde dat al snel in de Georgia Gold Rush. Daarop werd in 1828 de Indian Removal Act uitgevaardigd waarbij ze zich – samen met nog vier andere stammen, in totaal zowat 60 000 Native Indians – gedwongen zagen te voet uit te wijken van het zuidoosten van de VS naar het hen toegewezen gebied ten westen van de Mississippi, een trip van ruim duizend mijl. Onderweg – tijdens een van de barste winters die ooit in de regio genoteerd werden - stierven duizenden aan koude, honger, ziekte en moordpartijen door de lokale inwoners van gebieden waar ze doorheen moesten: hier kan terecht van een etnische zuivering gesproken worden. Een soldaat uit Georgia die aan de coördinatie van de landverhuizing meewerkte getuigde jaren later: “I fought through the civil war, and have seen men shot to pieces and slaughtered by thousands but the Cherokee removal was the cruelest work I ever knew”. Pikant detail: in het nieuwe Cherokee thuisland komen niet eens barietrozen voor, wat de hele zogenaamde mythe degradeert tot weinig meer dan een Anglo-Amerikaans uitvindsel om meer van die dingen te kunnen verkopen aan argeloze toeristen – of hoe zelfs twee eeuwen na de afschuwelijke feiten er nog steeds geld aan wordt verdiend.
Bariumverbinding zijn in de regel zeer giftig – maar ook hier bevestigt de uitzondering de regel: bariumsulfaat en dus ook barietrozen zijn dat NIET. Dat is een gevolg van zijn onoplosbaarheid en zijn chemische inertie tegenover de meeste zuren, inclusief maagzuur. Je kunt het ongehinderd in grotere hoeveelheden innemen: het passeert het spijsverteringsstelsel onveranderd zonder dat je daar negatieve gevolgen van ondervindt. Het kan daarom zonder gevaar gebruikt worden, onder de vorm van de beruchte bariumpap, bij X-stralen beeldvorming van maag en darmstelsel: vandaag de dag kun je zelfs kiezen tussen natuur-, aardbei- en vanillesmaak (de laatste twee zelfs zonder opleg!) zoals ik bij mijn laatste degustatie mocht vaststellen. Maar daarvoor moet dan wel bariumsulfaat van farmacopee zuiverheid worden gebruikt, en dat is niet goedkoop. In 2003 kwam de kleine Braziliaanse producent Laboratoria Enila op het rampzalig idee om het dure Duitse importproduct te vervangen door zelf uit technisch bariumcarbonaat gesynthetiseerde bariumsulfaat. Dat werd op de markt gebracht onder de handelsnaam Celobar. In minder dan geen tijd vielen bij hun klanten-ziekenhuizen 20 doden aan bariumvergiftiging. Tijdens het daaropvolgend onderzoek bleek Celobar nog 14% ongereageerd bariumcarbonaat te bevatten, en dat lost wél vlot op in maagzuur met alle gevolgen vandien. De directeur van Enila en de analist van dienst hielden aan hun kostenbeperkend idee respectievelijk 20 en 22 jaar in verzekerde bewaring over. Moraal van het verhaal: als een ziekenhuis significant goedkopere X-stralen beeldvorming van de maag aanbiedt, controleer dan toch eerst maar eens waar ze hun bariumpap vandaan halen?
alfabetische index