Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

CELESTIEN

Holloway Quarry, Newport, Berlin Township, Monroe Co, Michigan, USA




(Heel veel) geduld is een schone zaak – ook bij het verzamelen van mineralen, zoals ten overvloede door volgend verhaal wordt geïllustreerd.

September 2001, de mineralenbeurs van Brussel. De blikvanger op de tafel van verkoper/mede-MKA lid René Hofkens is een specimen celestien op matrix uit Sweet Bay, Michigan , USA : zie foto. René verkoopt het voor rekening van zoon Johan, die eigenlijk meer fossielenverzamelaar is: het specimen in kwestie zou afkomstig zijn uit een ruiloperatie met een Amerikaanse verzamelaar. Meer details over de toch wel vrij beknopte vindplaats zijn niet beschikbaar – er wordt wel nog gesuggereerd dat het mogelijk illegaal zou kunnen gekapt zijn. Op een grijsbruine, brokkelige matrix staan verschillende grote, lichtblauwe kristallen ingeplant – sommige individueel, andere dan weer parallel in groepjes georiënteerd. Ze zijn alle scherp beëindigd – enkele zelfs tweezijdig. De grootste groep meet 50 op 60 mm bij een dikte van 15 mm – het grootste individueel kristal is 60 mm lang. De kristalvorm is slank tafelvormig met een uitgesproken beitelpunt-terminatie; er is er niet ééntje dat afgebroken is. Het geheel laat een hoogst esthetische indruk na. Het is wel niet goedkoop, maar dan ook weer niet onbetaalbaar en na enig twijfelen bezwijk ik uiteindelijk. Zo komt het in mijn verzameling terecht waar het een ereplaatsje op het celestien-schap krijgt om daar de volgende jaren in stilte te fungeren als pièce de résistance. In de daaropvolgende jaren probeer ik in de literatuur meermaals meer informatie te vinden over de vindplaats Sweet Bay in Michigan, maar tevergeefs. MinDat - pas opgestart in 2000 - staat nog in zijn kinderschoenen en is nog maar amper bruikbaar.

In 2008 geven Gloria Staebler en Wendell Wilson het onovertroffen “American Mineral Treasures” uit: een voordien nooit geziene compilatie van bijdragen over 44 top-iconische Amerikaanse vindplaatsen. Die zijn telkens gemiddeld acht grootformaat pagina’s lang, geschreven door onbetwiste experts ter zake en royaal verlucht met foto’s van een prima kwaliteit. Eén van die bijdragen – van de hand van Terry Huizing en John Medici - handelt over “Celestine from the Findlay Arch District in Ohio and Michigan”. Op MinDat zal je tevergeefs naar “Findlay Arch” zoeken: het is geen precieze locatie, maar eerder een geologisch gebied dat zich uitstrekt in het zuidoosten van Michigan en het noordwesten van Ohio. Daar bevindt zich een boogvormig structureel hoogland dat het Michigan Basin scheidt van het Appalachian Basin. Ooit waren dat uitgestrekte binnenzeeën, en naarmate die geleidelijk met sediment werden opgevuld werd de druk op de bodem zo groot dat de gemeenschappelijke rand naar boven werd gestuwd. De Findlay Arch is al sinds 1820 bekend voor zijn prima kwaliteit celestien, die als de beste van Noord Amerika wordt beschouwd. Die wordt gevonden in de spletenrijke “dolostone” (een sedimentair carbonaatgesteente met een hoog gehalte aan dolomiet) die er in diverse openluchtgroeven wordt ontgonnen. De bijdrage van Huizing en Medici vermeldt er daarvan verschillende, waaronder Put-in-Bay, White Rock, Lime City, Portage, Maybee en Holloway. Verder wordt er nadrukkelijk vermeld dat verzamelen in die groeves doorgaans streng verboden is en dat daar wel degelijk toezicht op wordt gehouden – uitzonderingen worden slechts zeer occasioneel toegestaan. Van Sweet Bay is er echter andermaal geen spoor te vinden. Mijn specimen vertoont echter zoveel gelijkenis met die van de foto’s uit de bijdrage dat ik besluit het label te herschrijven als “Sweet Bay, Findlay Arch, Michigan”.

Over de volgende jaren onderneem ik verschillende nieuwe pogingen om Sweet Bay in Michigan op te sporen; maar telkens zonder het minste succes, ook niet op MinDat – dat ondertussen toch al sterk is uitgebreid. Zelfs de uitvoerige wegenatlassen van zowel Mobil als American Map worden uitgevlooid maar kunnen mij niet verder helpen.

Maar dan komt einde 2020 – bijna twintig jaar na de feiten - alles in een stroomversnelling. Tijdens de voorbereiding van een lezing over sulfaatmineralen selecteer ik enkele celestien specimens uit mijn verzameling om die door Theo te laten fotograferen en daar hoort uiteraard ook dat van “Sweet Bay aka Findlay Arch” bij. Het resultaat (de foto hierboven) is ronduit schitterend en geeft een zeer getrouwe indruk van het volledige (nochtans bijna museum-size) specimen. De (té) brede definitie van de vindplaats zint mij echter nog altijd niet en nu ik toch een prima foto heb besluit ik mijn kans maar eens te wagen op het MinDat discussieforum. Maar daarvóór wil ik toch wel absolute zekerheid omtrent de correcte determinatie: per slot van rekening is die tot nog toe enkel gebaseerd op de kristalvorm en de (lichtblauwe) kleur en wat de laatste parameter betreft heb ik ondertussen al tot eigen scha en schande moeten ondervinden dat dit zo ongeveer het minst betrouwbare identificatiecriterium voor celestien is. Dat kán inderdaad wel lichtblauw gekleurd zijn, maar voor hetzelfde geld heb je met bariet te maken en omgekeerd bestaat er ook wel degelijk witte celestien. Ik neem dus maar het zekere voor het onzekere en laat een monstertje via de MKA Outside Analysis Service analyseren. En ja hoor: SEM/EDX levert enkel een zwavel- en strontiumsignaal op, zonder zelfs maar een spoor barium en volledig in lijn met de formule SrSO4 (zuurstof wordt met deze techniek niet gedetecteerd) – dit is dus wel degelijk celestien.

9 februari 2021. Ik publiceer de foto op het MinDat Field Collecting open discussie forum, samen met mijn vraag naar de mogelijke herkomst. Nog diezelfde dag krijg ik vijf reacties: geen enkele daarvan heeft ooit van Sweet Bay, Michigan gehoord maar ik noteer wel verschillende suggesties naar ofwel de Maybee Quarry ofwel de Holloway Quarry (met een voorkeur voor de laatste mogelijkheid) – allebei in zuidoost Michigan. Opvallend zijn ook de diverse positieve commentaren die het specimen uitlokt: “nice specimen”, “great specimen, wherever it’s from”, “very esthetic piece”, “sweet piece – you’re lucky to own it”, “fabulous piece” wijzen er allemaal op dat ik indertijd blijkbaar toch een goede deal heb afgesloten. Eén van de commentaren leert mij dat (vrij vertaald) “ … kristallen van deze vorm en afmetingen in het verleden meer voorkwamen, maar clusters zoals deze integendeel extreem zeldzaam waren …”. Een van de correspondenten hoopt dat een zekere Robert Nowakowski – blijkbaar iemand die meer weet over celestien uit Michigan - mijn vraag zal oppikken en beantwoorden. Bij gebrek aan coördinaten kan ik echter geen contact maken. Wat de exacte locatie betreft blijf ik dus nog altijd op mijn honger zitten en ik besluit uiteindelijk het label nóg maar eens te herzien als “Findlay Arch, probably Holloway Quarry”

10 februari 2021. Ik contacteer (mét foto) toch nog eens René Hofkens. Je weet nooit of die indertijd misschien meer informatie had die hij toen liever niet deelde: veel verkopers zijn om begrijpelijke redenen eerder karig met gegevens betreffende hun bronnen. Na bijna twintig jaar herkent hij het specimen nog goed, maar veel extra informatie kan hij mij niet bezorgen. Hij steekt zijn licht nog eens op bij zoon Johan die laat weten dat zijn toenmalige bron ondertussen al 10 jaar is overleden en dat diens zoon de zaak zou verder hebben gezet, maar daar heeft hij al vier jaar niets meer van gehoord. Hij bevestigt nogmaals dat zijn contact indertijd altijd geheimzinnig deed wanneer het vindplaatsen betrof.

15 februari 2021. Wanneer ik mijn probleemstelling op MinDat wil afronden met een bedankje voor wie heeft bijgedragen zie ik dat er nog een nieuwe reactie is binnengelopen. De auteur is ditmaal niemand anders dan … jawel, Robert Nowakowski! Die verontschuldigt zich eerst voor zijn vertraagde reactie op mijn vraag en schrijft dan (vrij vertaald): “Dit is absoluut van Holloway Quarry”. Ik herinner mij dat indertijd degene die het specimen vond op zijn terugweg van de groeve eerst bij mij thuis stopte om het mij te laten zien. Bezorg mij je e-mail adres en ik laat je weten wie dat was.”

17 februari 2021. Ik heb ondertussen al wat meer informatie kunnen inwinnen over Nowakowski – in de hogervermelde bijdrage in American Mineral Treasures notabene! Hij mag inderdaad als expert op gebied van celestien uit Michigan worden beschouwd. Een van zijn wapenfeiten was het verzamelen over twee weekends (samen met twee anderen) van enkele duizenden specimens in april 1996 in een grote holte in de Lime City Quarry – op pagina 212 staat zelfs nog een actiefoto van het gebeuren. In een e-mail schrijft hij mij (vrij vertaald): “Vermoedelijk is je specimen gekocht van Richard Heimilch van Universal Fossils. Haast al diens celestien specimens werden verzameld door Dan Edmondson, een gemeenschappelijke vriend van ons beiden. Ik herinner mij je specimen nog heel goed: Dan wilde het aanvankelijk voor zichzelf houden. Richard is ondertussen overleden en sindsdien heeft Dan een eigen zaak opgestart – hij verkoopt o.a. elk jaar op de Detroit Show.” Ik mail Robert stante pede terug om te vragen of hij ooit gehoord heeft van Sweet Bay en of het specimen mogelijk illegaal werd gekapt. Zijn antwoord spreekt boekdelen en maakt voor mij die dag – en zelfs ook nog enkele daarna – goed: “Ik heb nooit gehoord van een vindplaats met die naam. Wat dat vermeende “illegaal” betreft: indertijd had ik samen met Dan de toelating om te verzamelen in de Holloway Quarry, op voorwaarde dat dit enkel gebeurde nadat de dagshift vertrokken was en dat we vóór zonsondergang terug weg waren. Dat was toen een zeer goed bewaard geheim. Als er door anderen al eens gezinspeeld werd op mogelijk illegaal kappen deden wij geen moeite om dat tegen te spreken – zo honoreerden wij onze overeenkomst met het management van de groeve.”

“On a clear day you can see forever” – en vandaag is duidelijk zo’n dag. De herkomst van mijn “mystery specimen” is eindelijk – na bijna 20 jaar zoeken - zonneklaar: de Holloway Quarry (ook bekend als de Rockwood Quarry) in de zuidoost hoek van Michigan, op nauwelijks 2 km van Lake Erie, 6 km ten oosten van Berlin Township en 40 km ZZW van Detroit.

It ain’t over till it’s over: ik contacteer volledigheidshalve nog eens René Hofkens om te vragen of de namen Edmondson, Heimilch en Universal Fossiels hem bekend zijn en zijn antwoord is negatief op de eerste vraag en positief op de twee andere – volledig in lijn met wat ik ondertussen ontraadseld heb. Blijkbaar was Heimilch ook op de hoogte van het akkoordje tussen Edmondson (en Nowakowski) met het Holloway management: om die informatie te beschermen verzon hij zelfs een volledig fictieve naam voor zijn specimen. En daarmee is de cirkel tenslotte volledig rond …

Moraal van het verhaal: als je echt meer wilt weten over een onbekend specimen of vindplaats dan moet je in eerste instantie volhouden en nooit opgeven, zelfs al duurt dat ettelijke jaren. Met wat geluk (toegegeven: met héél véél geluk in onderhavig geval) kom je er uiteindelijk (misschien) toch wel. Maar mocht iemand je ooit een specimen aanbieden uit Sweet Bay, Michigan: wees dan wel extra op je hoede!
 
alfabetische index