Merkwaardige macro mineralen
een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne,
door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien - voor vragen of suggesties, email
mmm@minerant.org
Fluoriet
Omehane, Brandberg Area, Erongo Region, Namibia
Heb jij dat ook? Neen – níet “dat de vrouwen (of mannen) je nog nauwelijks zien staan, of ze kijken je vol medelijden aan”, zoals het zo treffend wordt bezongen door Marcel De Groot (jawel, zoon van Boudewijn) en Bart Herman in hun gelijknamig duet. Maar wél dat je op een of andere mineralenbeurs plots oog in oog staat met een prachtspecimen dat je precies smeekt om het met je mee te nemen: het ziet er geweldig uit, perfecte kleur en kristallen, een unicum in zijn soort en de prijs is al evenmin een bezwaar - en tóch stel je de aankoop uit… Als je je dan wat later bezint en nog even terugkeert is de vogel natuurlijk al gaan vliegen: iemand anders is jou voor geweest en je blijft achter met de knagende spijt dat je weer eens door je eigen stomme uitstelgedrag een buitenkans hebt laten schieten. Mij is dat gevoel helaas maar al te goed bekend.
En zo geschiedde het ook weer op de recente (2024) beurs van Sainte-Marie-aux-Mines. Op de eerste beursdag loop ik langs bij de stand van Hans-Jurgen Wilke, rechtover de zijingang van Le Théâtre – altijd weer goed voor enkele “golden oldies”. Dit jaar deelt hij zijn tent voor de eerste maal met een goede kennis van hem, een Nederlandse outfit die zich aankondigt onder de naam Stone Age Minerals, met zaakvoerder Bart van de Laar – mij tot dan toe volledig onbekend.
Foto 1: fluoriet van Omehane, Namibia onder doorvallend licht (foto Raymond Dedeyne)
Zijn aanbod is verrassend goed, maar de absolute blikvanger is wel een groot, semi-transparant fluorietspecimen uit Namibia dat is opgebouwd uit perfecte blauwgroene kubuskristallen die zijn opeengestapeld volgens een uitgesproken “getrapte” structuur – dat alles vakkundig geaccentueerd middels een goedgekozen doorvallende belichting. De prijs is – voor een kwaliteitsspecimen fluoriet – niet overdreven en bovendien laat de verkoper doorschemeren dat hier het laatste woord nog niet is gezegd. Kortom: het specimen schijnt mij toe te schreeuwen “koop mij!” maar toch doe ik het weer niet. De rest van het verhaal kun je raden: wanneer ik de volgende dag ’s morgens weer langsloop is het verdwenen– de dag voordien helaas al verkocht aan een verzamelaar die meer bij de pinken was dan ikzelf.
Bart laat mij echter weten dat hij in Nederland in zijn winkel nog een gelijkaardig specimen te koop heeft. Terug thuis stuurt hij mij daarvan enkele foto’s: het ziet er inderdaad vrij gelijkaardig en zeer behoorlijk uit. Ik pas echter om dergelijke zaken over het net te kopen - “never done and never will”, want ik sta erop dat ik mineralen voor mijn verzameling eerst zelf in handen heb, zodat ik alle nuances zorgvuldig zélf kan appreciëren. En zo komt het dat ik op een zaterdagmorgen in juli de trip naar Voerendaal onderneem, tussen Valkenburg en Heerlen in het Nederlandse Zuid Limburg, waar Bart zijn Galerie Morion runt (vergeet vooral de “i” niet!). Ik heb van het plaatsje nog nooit gehoord maar het blijkt een mooi, uitermate rustig en pittoresk dorpje te zijn waar het laatste wat je op het Kerkplein (of all places!) verwacht wel een goed geëquipeerde mineralenwinkel met een niet onaantrekkelijk aanbod is! Zowel specimen (foto’s 1 en 2) als prijs vallen binnen de verwachtingen en uiteindelijk vindt het een plaats in mijn verzameling.
Foto 2: fluoriet van Omehane, Namibia onder opvallend licht (foto Ludo Van Goethem)
Als vindplaats wordt Omehane in Namibia opgegeven: nog nooit van gehoord, en bijgevolg wordt een kleine literatuurstudie opgezet. Mindat beperkt zich tot een summier “fluorite occurencies approx 20 km NE of Uis, near the D3715 road”. Mineralienatlas – de onvolprezen Duitstalige tegenhanger van MinDat – is al iets royaler met informatie: het zou om een fluorietafzetting gaan die nog maar deels is onderzocht, maar waarschijnlijk te klein is om economisch interessant te kunnen zijn. De fluoriet is geparketteerd, meestal blauw bij daglicht en grijsgroen bij kunstlicht – violet komt slechts heel zelden voor. Als begeleider wordt kwarts vermeld en de vondstmogelijkheden zouden eerder beperkt zijn. In de standaardwerken over Namibia (“Namibia, Minerals and Localities” van 2007 en de tweedelige versie van 2016 van von Bezing et al) is al niet veel méér te vinden maar “Namibia, Zauberwelt edler Steine und Kristalle” van Jahn et al wijdt toch al twee pagina’s (222-223) aan “Der Neufund von Omehane” en dat leidt dan uiteindelijk tot de originele bijdrage van diezelfde Jahn over “Neue Fluorite aus Namibias Nordwesten” in Mineralienwelt 2002 (16), 1, 50-53 waaruit alle latere informatie over deze vindplaats blijkbaar is overgeschreven…
Omehane situeert zich ongeveer 25 km ten noorden van Uis, 300 km noordwest van Windhoek. Uis is een kleine nederzetting, bekend om zijn tinontginning die er in 1922 startte en in 1990 gesloten werd (maar in 2024 werd er terug gerecruteerd…). Momenteel wordt de regio er intensief geprospecteerd door Chinezen op hun zoektocht naar lithium. Otjinamewa (of Otjionamewa) – al iets beter bekend en eveneens om zijn fluorietvoorkomens - ligt er in de buurt. Specimens van Omehane worden daarom nogal eens toegeschreven aan deze locatie, of ook aan “Uis” of “Brandberg” (die ook in de regio ligt). Omehane moet wel onbeduidend klein zijn: het staat op geen enkele officiële kaart van Namibia aangegeven (noch die van 1/250 000, noch die van 1/500 000). In de lokale graniet komen noord-zuid georiënteerde kwartsaders voor tot 3,5 km lang en tussen 0,3 en 1,5 meter dik. Hierin zit de fluoriet discontinu verdeeld, in banden met een dikte variërende van 2 tot 30 cm. Meestal is die massief maar occasioneel vult het ook kleine holle ruimtes, waarin kristallen kunnen gevonden worden. Het komt er voor als “acid grade” fluoriet - met een zuiverheid van 98%, gebruikt voor de chemische synthese van fluorwaterstofzuur - en als ”metallurgisch fluoriet” - met een gehalte van 90%, aangewend als vloeimiddel (flux) in de staalproductie.
Ondertussen heb ik ook de verkoper van mijn specimen terug gecontacteerd voor meer informatie omtrent de correcte herkomst. En wat blijkt: hij is er notabene samen met zijn vriendin zélf geweest! Hij onderhoudt contact met twee dames – een Zuidafrikaanse en een Namibische – die de commercialisatie van Omehane specimens in handen hebben en in februari 2023 heeft hij samen met hen de vindplaats in kwestie bezocht (foto’s 3 tem 6). De “mijn” ligt er “smack dab in the middle of nowhere”, te midden van een eindeloze steenvlakte met als enig herkenningspunt het silhouet van de Brandberg in de verte, op ettelijke mijlen van het woestijnpad: zonder vierwielaandrijving ben je hier reddeloos verloren. De ontginning is niet meer dan een sleuf van enkele meters breed die gradueel afdaalt naar een diepte van ettelijke meters. Het werk is er uitermate gevaarlijk, zonder ook maar de minste veiligheidsvoorzieningen. Hoofddoel is de ontginning van fluoriet voor de industrie, maar occasioneel wordt daarbij op een holte gestoten die mogelijk goede kristalgroepen oplevert. Die zijn nagenoeg altijd bedekt met een laag kwarts en enkel een geoefend oog kan de aanwezigheid van goede kristallen herkennen. Dergelijke ruwe specimens worden door beide dames opgekocht waarna ze met waterstoffluoride worden behandeld tot de kristallen bloot komen te liggen – gezien de corrosiviteit van het aangewende zuur een verre van risicoloze bedoening! Het fysische werk in de claim is volledig manueel en wordt uitgevoerd door een straatarme inlandse familie. Normaliter zouden inlanders die een dergelijk claim
|
|
Foto 3
|
Foto 4
|
|
|
Foto 5
|
Foto 6
|
De fluoriet ”mijn” (!) van Omehane (alle foto’s Bart van de Laar)
|
ontdekken hun financiële schaapjes op het droge moeten hebben (tenminste naar Namibische maatstaven!) maar helaas gaat het gewonnen geld nogal vaak op aan gokken en drankmisbruik - een wijdverbreide lokale plaag.
Het specimen in kwestie (190 x 115 x 55 mm) bestaat volledig uit fluoriet: alle begeleidende kwarts werd weggezuurd. De habitus is een opvallende getrapte opeenstapeling van kubussen tot 2,5 cm zijde – ook wel bekend als een “stepped” of een “geparketteerde” structuur en kenschetsend voor Omehane specimens. De verleiding is groot om in onderhavig geval aan parallelgroei te denken, maar dat is hier duidelijk niet het geval: daarvoor zouden alle kristallen strikt evenwijdig aan elkaar moeten georiënteerd zijn. Dit specimen is een aggregaat van kristallen die elk een macromozaïekstructuur vertonen. Die uit zich aan het oppervlak door kubusjes die quasi evenwijdig met elkaar zijn georiënteerd, maar in werkelijkheid zijn ze ten opzichte van elkaar licht gekanteld. Mozaïekstructuur komt vrij vaak voor: het is een groeidefect dat onder andere bij fluoriet en galeniet veelvuldig genoteerd wordt. Opvallend is hier wel dat de macrokristallen met hun mozaïekstructuur een octaëdrische habitus hebben met sterk uitgesproken ribben, terwijl ze zelf opgebouwd zijn uit kubusjes.
Foto 7: fluoriet van Omehane, Namibia onder UV/LW 365 nm (foto Ludo Van Goethem)
De kleur is typisch voor Omehane: groen met een blauwige schijn, zowel bij opvallend als doorvallend licht (foto’s 1 en 2). In de hoeken zit hier en daar ook nog een violet microkristalletje verscholen. Het specimen is uitgesproken transparant – wat het bij doorvallende belichting nog aantrekkelijker maakt (foto 1). Het fluoresceert sterk onder LW/UV met een blauwe kleur met violette schijn (foto 7). Het emissiespectrum met een maximum bij 420 nm wijst hier op een Eu2+ emissie.
Fluoriet van Omehane: emissiespectrum onder UV/LW 365 nm – referentie: Allendale fluoriet (Ludo Van Goethem)
En zo zie je maar hoe zelfs een specimen met aanvankelijk heel summiere achtergrondgegevens mits wat gericht opzoekingswerk toch nog heel wat achtergrondinformatie kan opleveren.
En is dat nu juist niet wat mineralen verzamelen dubbel zo interessant maakt?
Met dank aan Ludo Van Goethem (foto’s 2, 7 en alle fluorescentiewerk) en aan Bart van de Laar (foto’s 3 tem 6)
alfabetische index