Merkwaardige macro mineralen
een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne,
door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien - voor vragen of suggesties, email
mmm@minerant.org
GASPEIET
Widgiemooltha, Coolgardie Shire, Western Australia, Australië
Gaspéiet is niets anders dan nikkelcarbonaat en de chemische formule is dan ook eenvoudig en zonder veel franjes: gewoonweg NiCO
3. Het behoort tot de calcietgroep. Met verdund HCl reageert het schuchter onder gasontwikkeling, maar dan enkel nabij het kookpunt. Vanuit kristallografisch oogpunt behoort het tot het trigonaal stelsel, maar daar zal je als modale verzamelaar wel niet veel last van ondervinden: ik heb er nog nooit kristallen van gezien.
Het werd voor het eerst beschreven in 1966, met als typevindplaats de New Jersey Zinc Exploration Co Trench, Mont Albert, la Haute-Gaspésie, Quebec, Canada – zeg maar op het Gaspé schiereiland aan het estuarium van de Saint Laurens rivier, en dat verklaart meteen zijn naamgeving én het accent aigu.
Het specimen op de foto is afkomstig uit een van de vele nikkelmijnen rond Widgiemooltha, Coolgardie Shire, Western Australia, Australië. Widgiemooltha ligt in de Australische outback, op 50 km ZW van Kambalda, dat zelf op 50 km ten zuiden van Kalgoorlie ligt en daarmee zijn we dan volop in de Australische goudvelden beland. Widgiedinges zelf ontstond toen ook daar rond 1890 goud werd gevonden maar nu is het nog slechts een spookdorp. Toch wordt nikkel hier nog steeds op grote schaal ontgonnen: Australië is weliswaar “maar” de derde wereldproducent voor dit metaal, maar vergeet niet dat 35% van de nikkel-wereldvoorraad zich in Australië bevindt, met alleen al 90% daarvan in Western Australia!
Het specimen is één massieve brok appelgroene gaspéiet van 60 op 65 op 65 mm, waarop niet de minste sporen van kristallisatie te zien zijn - afgezien van wat zuinige donkergroene kristalletjes ter grootte van één millimeter van een mij tot nog toe onbekend (nikkel)mineraal die zich in de spleten hebben vastgezet. Opvallend is wel de “touwstructuur” volgens dewelke het specimen is opgebouwd. Ik vond het eerder op de beurs van Sainte Marie 2019 bij het Australische Crystal Universe/AusRox en die hadden er welgeteld twee exemplaren van te koop. Mineralen uit Widgiemooltha zijn nu eenmaal zeldzaam: de afzettingen bestaan er hoofdzakelijk uit sulfidische nikkelertsen en die produceren sowieso al weinig aantrekkelijks voor de verzamelaar. Dit fenomeen doet zich wel meer voor: de Bingham Open Pit in Utah is de meest productieve kopermijn ooit, en hoeveel mineralen heb je daarvan al gezien? Bovendien worden de weinige stukken gaspéiet die dan uiteindelijk tóch nog op de verzamelscene terecht komen meestal door handelaars in (half)edelstenen afgeschuimd. Vanwege zijn aantrekkelijke kleur is het immers een zeer gewild materiaal om er cabochons, ringen, beeldjes,… van te slijpen. Dat verklaart waarom (zowel geslepen, maar vooral ongeslepen) gaspéietspecimens zeldzaam zijn en daar hangt nu eenmaal een prijskaartje aan vast.
alfabetische index