Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Kwarts var. amethist

Moonlight Mine, Pearl Station Area, Thunder Bay District, Ontario, Canada


Vraag eender welke verzamelaar in deze lage landen bij de Noordzee om enkele belangrijke vindplaatsen op te noemen voor kwarts var. amethist (hierna kortweg “amethist – sorry voor de puristen) en je krijgt een opsomming van iconische locaties zoals Rio Grande do Sul (Brazilië), Artigas (Uruguay), Erongo (Namibia), Piedra Parada en Guerrero (Mexico) en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. De kans is echter bijzonder groot dat Thunder Bay (Canada) daar niet bij is – en toch is dat gedurende lange tijd een belangrijke wereldleverancier geweest.

Thunder Bay zelf is heden ten dage een stad van zowat 125 000 inwoners aan de noordelijke oever van Lake Superior (in onze lessen aardrijkskunde heette dat nog “Bovenmeer) – zie figuur 1. Ten noordoosten daarvan ligt in een ruwweg 40 km brede zone die zich over 200 km uitstrekt langs de oevers van het meer, een van de grootste amethistvoorkomens ter wereld. De natuur is hier nog overwegend ongerept: heuvels bedekt met eindeloze bossen, afgewisseld met talrijke riviertjes en kleine meren. De winters zijn er lang en steenkoud en het zomerseizoen kort, nat en broeierig: van begin juni tot einde september, gedomineerd door hongerige beren en gemene bloedzuigende zwarte vliegen die met miljoenen tegelijk op jouw kosten willen komen dineren. Hier wordt zowel Engels als Frans gesproken (maar wel niet door de beren en de vliegen). De streek is bekend omwille van haar spectaculaire onweders – zoals lang geleden de eerste Franse pelsjagers zelf mochten vaststellen: zij waren het die de streek bedachten met de naam “Baie de Tonnerre” (Thunder Bay).


Figuur 1: Thunder Bay en zijn amethistmijnen (bron: Rocks & Minerals 2019, 94/4, p 306)


Het gebruik van amethist door de plaatselijke bevolking is al vanaf de zeventiende eeuw bekend, maar het werd pas in 1845 “herontdekt” door William Edmond Logan (later stichter van de Geological Survey of Canada) toen hij het gebied in kaart bracht. Al snel volgden prospectors die aanvankelijk koper zochten, maar uiteindelijk zilver, zink en lood vonden: tussen 1850 en 1900 ontstond dan ook snel een bloeiende zilvermijnbouw. In de holten in de ertsgangen werd vaak amethist aangetroffen, en dat leidde al snel tot een bloeiende nevenindustrie: in 1887 werd er al voor een waarde van “duizenden dollars per jaar” van verkocht aan toeristen in shops in Thunder Bay en in het verderop gelegen Niagara Falls, aan de Canadese kant van de gelijknamige watervallen. Op de wereldtentoonstelling van 1967 in Montreal werd aan de bezoekers een reuzenspecimen van 1588 kg lokale amethist voorgesteld en in 1975 werd het officieel uitgeroepen tot “mineraal van de staat Ontario”. Er ontstond ook een aanzienlijke export naar Europa die naderhand echter moest wijken toen veel goedkopere Braziliaanse amethist zijn entree maakte op de wereldmarkt.


Foto1: Thunder Bay amethist van de Moonlight Mine – 130 x 130 x 70 mm (foto: R Dedeyne)


Amethist komt in de Thunder Bay regio zeer verspreid voor. In 1931 somde de geoloog T.L. Tanton van de Geological Survey of Canada al een honderdtal grote en kleine voorkomens op – een daarvan was 1500 meter lang en tot 30 meter breed. In de loop van de geschiedenis is het steeds een komen en gaan geweest van meestal kleine, privaat uitgebate claims naast slechts enkele grotere mijnen (steengroeven is een betere omschrijving). De grootste daarvan (tegelijk de grootste amethistmijn in Noord Amerika) dateert van 1959. Het voorkomen in kwestie werd in 1955 ontdekt tijdens het aanleggen van een dienstweg – aanvankelijk werd het in 1956 geclaimd door de lokale Thunder Bay Lapidary Club (misschien een ideetje voor het MKA of voor Nautilus Gent?). In 1959 werd de rechten verworven door Rudy Hartviksen, die er de Thunder Bay Amethyst Mine oprichtte – de effectieve exploitatie startte in 1967 en is nu nog altijd aan de gang. In 1980 werd de mijn overgenomen door Steve Lukinuk, die een naamswijziging naar Thunder Bay Amethyst Mine Panorama (nogal een mondvol) doorvoerde, wat later ingekort werd tot Amethyst Mine Panorama. Essentieel bestaat de mijn uit een grote sleuf van 165 m lang, 20 m breed en 10 m diep, die wordt ontgonnen middels springstof en hoge druk waterkanonnen. Rond 1995 werden de levensduur van de afzetting bij gelijkblijvende snelheid van afbouw nog op tachtig jaar geschat. Grofweg valt de productie onder een van de drie volgende categorieën: massieve amethist voor de slijpindustrie (inclusief trommelstenen) wordt verhandeld in 50 gallon ijzeren vaten; groepen amethistkristallen worden met de hand gesorteerd en vinden een weg naar verzamelaars of worden gebruikt voor decoratieve doeleinden; en het grootste deel van de productie vind een toepassing als siergevelsteen en als “decorative landscaping rock”. Dit laatste is een typisch Amerikaanse aberratie (die gelukkig in onze contreien zo goed als onbekend is), waarbij je je tuin opsmukt met allerhande gekleurde stenen – het zicht moet volgens mij spuuglelijk zijn. Daarnaast kun er je als verzamelaar of als toerist ook zelf je eigen droomamethist zoeken, maar dan wel tegen betaling en exclusief op de storthopen (zie verder). Rond 1995 kreeg de mijn zo jaarlijks zowat 30 000 bezoekers over de vloer.

De tweede belangrijkste mijn was de Diamond Willow Mine, ontdekt in 1957 door Gunnard Noyes. In 1988 werd ze opgesplitst in twee afzonderlijke mijnen: de westelijke daarvan behield de naam Diamond Willow terwijl de oostelijke de naam Blue Point mee kreeg. Beide mijnen zijn momenteel nog steeds actief en je kunt er ook zelf verzamelen (op de storthopen wel te verstaan). In recente jaren was Diamond Willow zowat de belangrijkste bron van verzamelwaardige specimens.

De amethist van Thunder Bay werd gevormd via hydrothermale afzetting. Hij komt voor als grote platen of kleinere kristalclusters in holtes die tot 3 meter lang bij een breedte van meer dan een meter kunnen zijn. Grotere holtes zijn daarbij weliswaar geen garantie op grotere kristallen. Afzonderlijke kristallen meten doorgaans van 1 tot 2,5 cm maar uitzonderlijk kunnen significant grotere afmetingen bereikt worden: voor de Panorama Mine werden een vondst van 38 cm lengte bij een diameter van 25 cm gerapporteerd en een kristal van de Dzuba Claim (aan Pass Lake) haalde zelfs een lengte van 61 cm bij een omtrek van 76 cm.

Qua habitus zijn de positieve romboëder {10-11}, samen met zijn negatieve tegenhanger {01-11} dominant – het prisma {10-10} is doorgaans onderontwikkeld tot zelfs helemaal afwezig (figuur 2).


Figuur 2: Thunder Bay amethist kristalhabitus (Paul Tambuyser)


De kristallen zijn meestal ingebed in een bijzonder hardnekkig klevende klei die samengesteld is uit mineralen van de smectietgroep en kaoliniet. Ze vertonen vaak inwendige breuken die veroorzaakt werden door zowel historische geologische activiteiten als door het royaal inzetten van springstof tijdens de ontginning. Transparante kristallen zijn uitermate schaars: heldere geslepen stenen halen dan ook zelden meer dan 20 karaat.

Het meest opmerkelijke bij de amethist van Thunder Bay is echter de kleur: die is in eerste instantie variabel van bijna wit over bleekpaars, paars, donkerpaars, grijspaars, “smoky” naar zwart. De uitbaters van de Panorama Mine gooien het over een meer poëtisch-commerciële boeg met “Thunder Bay Lavender”, “Precious Purple” en “Black Gem”. Maar de meest typerende kleur is hier zonder twijfel “Phantom Rove”: een intrigerend mengsel van paars en roodbruin, dat duidelijk op foto 1 waar te nemen is – het waarmerk van de échte Thunder Bay amethist. Die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van hematiet die zowel op als net onder het kristaloppervlak kan aanwezig zijn - als sferische, hemisferische, ellipsoïdale of schijfvormige sferulieten met een deeltjesgrootte die varieert van 0,1 tot 0,5 mm (foto 2). De kleur wisselt van oranje over rood naar zwart, die alle op éénzelfde kristal kunnen voorkomen. Amethist met hematietinsluitsels kwam als MMM reeds eerder aan de beurt, bij de voorstelling van “roze amethist” van El Choique, Argentina: zie https://www.minerant.org/MMM/K/kwarts_roze_amethist-ElChoiqueMine.html. In dit laatste geval zijn de insluitsels echter beperkt tot hoogstens 3 micrometer, wat door het oog als een quasi homogene verdeling in de amethistmatrix wordt waargenomen. In het geval van Thunder Bay zijn ze echter zo groot dat ze met een oogloep gemakkelijk kunnen waargenomen worden en ook de concentratie is veranderlijk van sporadisch tot zo dicht aaneengesloten dat het net lijkt of het volledig kristaloppervlak er mee bedekt is.


Foto 2: amethist van de Moonlight Mine – detailopname – FOV 30 mm (foto L Van Goethem)


Aanvankelijk werd “aangenomen” dat de insluitsels uit hematiet bestaan, maar in 2019 leverde Daniel E. Kile in Rocks & Minerals (zie verder) ook het daadwerkelijk bewijs hiervan via Raman spectroscopie. Overigens levert het absorptiespectrum aanwijzingen in dezelfde richting (figuur 3). De Thunder Bay amethist gemeten op een plaats zonder zichtbare hematietinsluitsels levert nagenoeg hetzelfde spectrum op als een hematietvrije referentieamethist. Wanneer echter gemeten wordt op een hematiethoudende zone dan verbreedt het spectrum duidelijk naar de blauwe kant, doordat de hematiet daar extra licht absorbeert. Als referentie werden in figuur 3 ook nog de spectra van zuivere hematiet en goethiet ingetekend.


Figuur 3: absorptiespectrum van Thunder Bay amethist (Ludo Van Goethem)


Het specimen van foto 1 (130 x 130 x 70 mm) kocht ik op de beurs van Sainte-Marie-aux-Mines 2024 van een Canadese outfit met de naam PHD Minerals. De afzonderlijke kristallen vertonen enkel romboëdervlakken bij afmetingen van maximaal 2 cm doormeter. De typische Thunder Bay “rood en paars” kleurencocktail is duidelijk aanwezig. De verkoper – die blij was dat hij zijn (overigens perfect) Frans eens “real life” kon uittesten - had er geen eigen stand maar een Spaanse vriend had voor hem enkele meter tentoonstellingsruimte beschikbaar gesteld in diens eigen stand in het Parc Jules Simon. Het aangeboden materiaal was afkomstig uit de Moonlight Mine (MinDat houdt het op Moon Light Mine, maar ik neem aan dat de claimeigenaar het zelf wel beter zal weten – zie foto 3), in de onmiddellijke omgeving van Bill’s Old Amethyst Mine en in de buurt van de Diamond Willow en de Blue Point Mines, zowat 60 km noordoostelijk van Thunder Bay stad. Dit is een strikt private claim, gesloten voor het publiek. De gevraagde prijzen waren niet mals: voor een (weliswaar perfect) specimen ter grootte van 10 op 5 cm werd niet minder dan 500 Euro gevraagd!


Foto 3: de Moonlight Mine, NOT open to the public: kan het nog duidelijker? (foto D.E. Kile)


De dag van vandaag kun je nog altijd zelf amethist zoeken in het Thunder Bay district, maar hou er wel rekening mee dat de meeste kleinere claims privé eigendom zijn waar ze bezoekers liever kwijt dan rijk zijn. Als doorsnee toerist zal je je moeten aanmelden bij een van de grotere actieve mijnen: Panorama, Blue Points of Diamond Willow en daar kun je – op betalende basis weliswaar – je eigen geluk beproeven … op hun stortplaatsen tenminste.

Neem bijvoorbeeld Panorama ( (https://www.amethystmine.com/), waar je onder het motto “get down and dirty” in 2024 terecht kunt van 10.00 tot 17.00, elke dag (weekends en feestdagen inbegrepen) van 1 juni tot 1 oktober. Tegen betaling van 10 CAD plus 13% taks (Canadian Dollar, waarbij 1 Euro ongeveer 1,5 CAD waard is) krijg je de hele dag de beschikking over een emmer, een “digging tool” en stromend water (om je vondsten schoon te spoelen). Al wat je vindt wordt achteraf gewogen en mag je meenemen voor de prijs van 5 CAD + taks per pond (matrix inbegrepen wel te verstaan). Het is niet duidelijk wat onder de naam “digging tool” verstaan wordt, maar ik stel mij een soort harkje voor waarmee je de storthopen kunt openkrabben. Hamers zijn niet toegelaten, want die zijn volgens de uitbaters te gevaarlijk voor zowel wie ze hanteert als voor de omstaanders (voorzichtige mensen, die Canadezen!) – vergeet dus ook maar dat je ter plaatse je vondsten kunt verkleinen door overtollige matrix te verwijderen – kassa, kassa!). En uiteraard mag er enkel en alleen gezocht worden op de storthopen, waar alle onbruikbare materiaal terechtkomt na voorafgaand vakkundig sorteren door geroutineerde arbeiders. Voor de rest: “a rock hound’s dream - have loads of fun”! En zeg nu zelf: wat kan er leuker zijn dan de godganse dag tussen zwermen bijtende vliegen je vingers open te halen aan venijnige amethistscherven? Als de ontgoocheling over de kwaliteit van je eigen vondsten na alle labeur té groot is kun je specimens kopen in de onvermijdelijke giftshop ter plaatse en voor de echt veeleisende verzamelaar is er nog altijd de souvenirwinkel in Thunder Bay stad. In de buurt zijn hotels noch restaurants – enkel kampeerterreinen. Al bij al dus een hoogst commerciële onderneming met uitermate weinig kans op een goede eigen vondst – als je al het geluk hebt om Canada als toerist te bezoeken zou ik mijn kostbare tijd daar liever aan andere activiteiten besteden en mij een amethist specimen kopen op een of andere mineralenbeurs of op het net.

Voor wie na alle bovenstaande nog steeds niet genoeg kan krijgen van amethist van Thunder Bay: in de populaire literatuur is daarover al heel wat geschreven, maar de meest volledige bijdrage (34 pagina’s!) is zonder twijfel die van Daniel E. Kile in Rocks & Minerals 2019, 94, 4, pp 306-343. Veel leesplezier!



Met dank aan W.W. Besse en D.E. Kile voor de toelating tot het publiceren van de kaart in figuur1 en foto 3; Ludo Van Goethem voor foto 2 en de spectra van figuur 3; Paul Tambuyser voor de VESTA kristaltekening in figuur 2.

 
alfabetische index