Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Pyriet van Huanzala, Huallanca, Huallanca district, Bolognesi Province, Ancash Department, Peru



Met zeldzame mineralen komt het voor dat je beter niet al te kieskeurig bent: bij een klein aanbod moet je soms wel eens tevreden zijn met wat je kunt krijgen. Maar bij species met een brede, wereldwijde verspreiding is het dan soms weer moeilijk om een keuze te maken uit een overvloedig aanbod. Pyriet behoort ongetwijfeld tot de laatste categorie: je vindt het te kust en te keur, uit een resem vindplaatsen en onder diverse kristalvormen. Daaruit een keuze maken is beslist geen sinecure, maar laat ik je bij je besluiteloosheid een handje toesteken: ga eens een kijkje nemen bij het aanbod uit de Peruviaanse Huanzala mijn. In de extraLapis N° 11 (“Pyrit und Marcasit”, 1996, pp 30-37) werd ooit een top tien van wereldwijde pyrietvindplaatsen opgesteld en daar eindigde het op de tweede plaats (overigens na Rio Marina, Elba, waarvan toch nagenoeg geen materiaal meer te verkrijgen is).

De Huanzala mijn ligt op zowat 230 km in vogelvlucht ten noorden van Lima, enkele km ten oosten van het dorp Huallanca. Ze situeert zich op een hoogte van 4000 meter, achter een bergpas van 4600 meter – dus in volle Andes gebergte. Oorspronkelijk maakte ze deel uit van de Dos de Mayo Province in het Huánuco Department - een verwijzing die je nog op oudere labels terugvindt - maar na een grenswijziging kwam ze in de Bolognesi province in het Ancash Department terecht. Het is in eerste instantie een zink- en loodmijn, maar er worden ook koper, zilver, tin , wolfram en uiteraard ook pyriet gevonden.

De originele mijn werd in 1721 ontdekt en met de naam Mina San Jose de Huanzala bedacht. Veel activiteit werd er echter aanvankelijk niet genoteerd en uiteindelijk werd ze zelfs helemaal verlaten. Maar in 1964 stichtte de Japanse Mitsui Mining and Smelting Corporation er de Compania Minera Santa Luisa S.A. en van toen af kwam een gerichte uitbating pas goed op gang. In 1968 ging de operatie er ondergronds en in 1981 bedroeg de dagproductie al 900 ton erts met een gehalte van 11% zink, 4% lood, 1% koper en 100 gram per ton zilver. Het erts werd ter plaatse geconcentreerd en dan per vrachtwagen naar de haven van Lima vervoerd (een trip van 12 uren!), vanwaar het verscheept werd naar Japan voor een finale raffinage van de metalen. De gemineraliseerde zone is 6km lang en in 1991 werd de ertsvoorraad nog voldoende geacht voor een uitbating tot 2005. Dat was blijkbaar een ruime onderschatting: op een korte COVID-stilstand in 2020 na wordt de mijn vandaag nog altijd actief uitgebaat met de Mitsui Kinzoku Group als hoofdaandeelhouder (70%) , aan een jaarcapaciteit van 35 000 ton erts.

Voor verzamelaars is Huanzala echter in de eerste plaats belangrijk voor zijn pyrietspecimens. In 1996 werd de totale export van Peruviaanse mineralen voor verzamelaars op meer dan 50 ton per jaar geschat, waarvan 80% voor rekening van pyriet komt. Het leeuwenaandeel daarvan komt uit Huanzala, dat terecht als de wereldwijd belangrijkste producent voor pyrietspecimens mag worden beschouwd: de gecumuleerde verkoop tot 1997 zouden naar schatting meer dan 1 000 ton bedragen. Paradoxaal genoeg was die productie lange tijd nagenoeg volledig illegaal - enkel in recente jaren is daar enige kentering in gekomen (zie verder). Aanvankelijk stond Mitsui niet echt weigerachtig tegenover specimenverkoop door mijnwerkers, temeer daar het zelf niet in pyriet geïnteresseerd was. Pyriet is heden ten dage nog nauwelijks economisch interessant, en dan zeker niet als ijzererts: om goed staal te maken bevat het (veel) te veel zwavel. Lange tijd werd het wel gebruikt als een bron van zwavel, waaruit dan weer zwavelzuur werd gesynthetiseerd volgens het loden kamer procedé, dat vooral in de achttiende eeuw dominant was. Later werd zwavel dan weer gewonnen uit ondergrondse afzettingen via het Frasch procedé (ter plaatse smelten en oppompen met oververhit water) en heden ten dage wordt het vooral geleverd door ontzwavelinstallaties in de olie- en gaswinning.

De aanvankelijke Mitsui tolerantie leidde echter al snel tot wantoestanden waaronder vooral de ertsproductie te lijden had. Al gauw kwam er dan ook een totaalverbod op het verzamelen en verhandelen van specimens door mijnwerkers – wie werd betrapt werd op staande voet ontslagen, met als resultaat dat de hele pyriethandel nu ondergronds ging. De bemanning van de vierkoppige boorteams zat het dichtste bij de bron: meestal werden interessante vondsten al binnen de mijn verdeeld. Tijdens de shiftwissels werden die naar buiten gesmokkeld in genaaide knapzakken die soms tot 50 kg wogen. In de huizen van mijnwerkers werden ze in de onverharde vloer verborgen tot ze konden worden verkocht aan de opkopers – de zogenaamde “piriteros”, waarvan het aantal rond 1990 op een veertigtal werd geschat. Specimens van goede kwaliteit, voor verzamelaars – de zogenaamde “muestras” – werden per stuk verkocht; de rest ging aan kiloprijzen van de hand en was voornamelijk bedoeld voor de toeristen in Lima, waar ze door straatverkopers aan de man werden gebracht – o.a. in de Avenida La Colmena. Qua specimen habitus werd onderscheid gemaakt tussen “cocos” (pentagondodecaëdrisch), “triangulos” (octaëdrisch) en “cuadros” (kubusvormig). Uitermate glinsterende specimens stonden bekend als “chispas” (Spaans voor vonken): daarvan werden grote volumes verbruikt als voetstuk voor metalen en stenen beeldjes allerhande.

Voor veel piriteros was de handel in specimens de enige bron van inkomsten. Ze moesten steeds in een legaal grijze zone opereren: er was regelmatig controle in de mijnen en zelfs bij de mijnwerkers thuis. Op de wegen waren ze overgeleverd aan de willekeur van controlerende politie die hun extra heffingen deed betalen om zo hun eigen karig loon op te vijzelen. Veel vindplaatsgegevens werden opzettelijk achtergehouden of vervalst (een constant probleem bij nagenoeg alle Peruviaanse mineralen) teneinde de eigen bronnen te beschermen. In die context was het voor verzamelaars ook niet bijster aangeraden om zelf te proberen specimens te kopen bij de mijnwerkers: de reis was lang en moeilijk, ter plaatse heerste het grootste wantrouwen uit schrik voor heimelijke mijninspecteurs en de leefomstandigheden waren er allesbehalve. De legendarische Rock Currier verbleef zelf ooit in wat hij als het 5-sterren Hilton in Huanzala bestempelde – naar zijn eigen zeggen kon je ze inderdaad alle vijf zien door de gaten in het dak. Als verzamelaar was je beter af bij de dealers in Lima: dan had je enkel nog zelf je omwissel- en exportproblemen op te lossen …

Sinds januari 2020 is wel enige kentering gekomen in die situatie, toen tussen Mitsui en onafhankelijke mijnwerkers een overeenkomst werd afgesloten waarbij deze laatsten legaal kunnen verzamelen in afgelegen gedeelten van de mijn. Gemrock Peru S.A.C. werd opgericht en heeft nu de permanente en exclusieve rechten op de ontginning en verkoop van Huanzala pyriet. Op hun website leggen ze echter zoveel nadruk op het feit dat ze “the only authorized seller” zijn, dat ik vermoed dat ook het illegale circuit nog volop actief is.

Pyriet uit Huanzala komt onder haast alle mogelijke kristalvormen voor, maar daarbij is de octaëder wel het meest dominant – zowel zuiver als in combinatie met kubus en/of rombendodecaëder en/of pentagondodecaëder. Maar ook zuivere kubussen - al dan niet alternerend dwarsgestreept, door het voortdurend wisselen van kubus- en pentagondodecaëder habitus - en zuivere pentagondodecaëders behoren tot het gamma. Soms blinken de kristalvlakken als nagenoeg perfecte spiegels en soms hebben ze dan weer een satijnachtige glans. Op de grootte staat nauwelijks maat: in het verleden was er occasioneel zelfs een tekort aan kleine specimens! In 1988 werd een lot octaëdrische kristalgroepen geborgen met ribben tot 10 cm, met een uitschieter van zelfs 25 cm. Jaroslav Hyrsl zag begin januari 2023 in Lima nog een partij van een ton kubusvormige groepen met ribben van 10 cm. Mijn eigen verzameling telt een zevental pyrietspecimens uit Huanzala – telkens weer laat ik mij verleiden door de aantrekkelijke, nagenoeg perfecte kristalvormen.

image
Foto 1 - ©Ludo Van Goethem


image
Foto 2 - ©Ludo Van Goethem


image
Foto 3 - ©Ludo Van Goethem


image
Foto 4 - ©Ludo Van Goethem


image
Foto 4: detail - ©Ludo Van Goethem


image
Figuur 1 – detail RCD#2983
{111} octaëder: bruin – {100} kubus: groen – {110} rombendodecaëder: blauw – {210} pentagondodecaëder: rood)


image
Foto 5 - ©Ludo Van Goethem


image
Foto 6 - ©Theo Muller


image
Foto 7 - ©Ludo Van Goethem



In chronologische volgorde:

Foto 1 (115x125x75 mm): ex Minerant 1999 - spiegelglanzende octaëdrische kristallen tot 5,5cm zijde met lichte kubusmodificaties.

Foto 2 (160x160x125 mm – 6 kg): ex Beurs Hannut 2008 – kristallen tot 4,5 cm met een complexe samenstelling met (o.a.) een flink aandeel kubus

Foto 3 (100x90x35 mm): ex verzameling Karel Bal 2015 – octaëdrische habitus met kubus- en rombendodecaëdrische modificaties – ribben tot 2,5 cm - de zwarte kristalletjes zijn sfaleriet

Foto 4 en detail (235x165x115 mm – 7 kg): ex beurs Luik 2015, via JM Eloy uit de verzameling Francis Coune – overwegend octaëders {111} tot 12 cm ribbe met kubus {100}, rombendodecaëder {110} en pentagondodecaëder {210} modificaties (zie figuur 1) die door de grootte van de kristallen goed met het blote oog waar te nemen zijn. Merk op dat de posities van de trapezoëdervlakjes {210} om en om loodrecht op elkaar staan (aangegeven door de rode pijltjes), anders zouden de drie tweetallige symmetrieassen (blauw ingetekend) viertallig worden – en die ontbreken bij het kubisch-diploïdale pyriet. Op de octaëdervlakken komen diverse driehoekige etsputjes voor, gevormd wanneer na de groei het kristal in contact kwam met agressieve vloeistoffen.

Foto 5 (170x110x140 mm): ex SMAM 2017 – essentieel octaëders tot 3cm ribbe, met lichte modificaties van kubus, rhombendodecaëder en pentagondodecaëder op een matrix met kleine kwartskristalletjes van enkele mm. Dit is mijn favoriete exemplaar vanwege zijn goed geïsoleerde kristallen. Ik kocht het zeer voordelig (aan kiloprijs) bij een Peruviaanse grootverkoper waar het abusievelijk was verzeild geraakt tussen voornamelijk minderwaardige pyriet ertsstukken (ik hoor de eigenaar nog altijd uitvliegen tegen zijn verkoper toen hij zag wat ik er effectief voor betaalde).

Foto 6 (115x90x30 mm): ex SMAM 2018 – nagenoeg zuivere, hoogglanzende octaëders tot 35 mm ribbe. Gekocht bij Grover & Wiliam Pasión – momenteel op SMAM zowat de beste handelaars in goede kwaliteit Peruviaanse mineralen

Foto 7 (70x80x80 mm): ex SMAM 2019 – kleine, zuivere octaëders tot anderhalve cm ribbe, ex Grover en William Pasión. Dergelijke specimens situeren zich in de hoge kwaliteitsklasse, bij een kilo(vraag)prijs van 80 Euro (wat snel aantikt bij pyriet met zijn soortelijk gewicht van 4,8 – 5,0).

Tot slot nog een leuke bonus: zowel de kristallen als de matrix bij Huanzala pyriet zijn zeer compact en solide, zonder waarneembare aders. Pyrietrot zal hier dus niet snel greep op krijgen. Ik heb in ieder geval tot nog toe (never say never!) geen Huanzala pyriet gezien die was aangetast.


Met dank voor de foto’s aan Theo Muller (foto 6) en aan Ludo Van Goethem (foto’s 1,2,3,4,5,7) en voor de VESTA kristaltekening aan Paul Tambuyser.
 
alfabetische index