Tip van de maand
nuttige wenken en praktische tips voor de mineralenverzamelaar
voor vragen of suggesties, email
tips@minerant.org
Tip 65 Thuis vinden 1: stenen later nog een keer bekijken
een tip van Paul Mestrom
Apatiet-kristallen op adulaar, bb 8,7 mm, Lercheltini, Binntal, Wallis, Zwitserland
Thuisgekomen na een verzamelexcursie is voor de meeste verzamelaars het eerste wat je doet: uitpakken en opnieuw bekijken. De vondsten kunnen dan globaal ingedeeld worden in twee categorieën: goed en niet goed.
De goede stukken worden meteen of iets later verder verwerkt, voorzien van etiketten, in de verzameling geplaatst, aan vrienden gegeven, bij het ruilmateriaal of de koopwaar gezet.
De rest wordt vaak snel bestempeld als “vuilnisbakkiet” en, zeker door minder ervaren verzamelaars, als afval weggegooid. Dat is een praktijk waar ik in deze tip voor wil waarschuwen. Doe dat niet te snel! Helaas heb ik zelf vroeger ook veel materiaal te vroeg weggegooid.
Een paar voorbeelden ter illustratie van dit advies.
Veel stenen worden meegenomen (of gekocht) vanwege in het oog springende mineralen, waarbij in het geval van alpiene stukken bij voorbeeld gedacht kan worden aan kwarts en adulaar. Wat er verder nog op zo’n stuk zit, valt in eerste instantie niet op. Zo belandde in 1991 een stuk met mooie adulaar-kristallen van de Lercheltini-zone in het Binntal in mijn collectie. Een jaar of vijf geleden moest ik “noodgedwongen” (door nieuwe mooiere vondsten) mijn collectie enigszins “opschonen”. De betreffende adulaar moest daardoor het veld ruimen. Toen ik nog eens goed keek, ontdekte ik tussen de adulaar-kristallen de grootste apatiet die ik ooit in het Binntal zelf gevonden had! Je ziet hem op de foto hierboven. Ik vrees nu dat er heel wat mooie apatiet-kristallen onopgemerkt in de vuilnisbak verdwenen zijn 😭
Bij alpiene stukken met anataas en/of rutiel zit vaak ook brookiet. Dat is niet helemaal onlogisch, als je bedenkt dat deze drie mineralen dezelfde chemische samenstelling hebben: TiO
2.
Dit mineraal wordt in veel gevallen in eerste instantie niet opgemerkt. Vaak worden deze kristallen pas gezien als er gericht naar gezocht wordt. Zo ontdekte ik op een stuk met meer dan 50 anataas-kristalletjes pas bij de vijfde of zesde inspectie van het betreffende stuk een brookiet-kristalletje. Toen ik dat eenmaal gezien had, vond ik er snel nog vijf. Het grootste was zelfs anderhalve millimeter groot, groter dan de meeste anataas-kristalletjes op het stuk.
In de groeve Lengenbach worden veel sulfozouten gevonden. Een van de zeldzamere daarvan is marriet. Het “verstopt” zich vaak tussen relatief grote massa’s met galeniet en/of jordaniet. De marriet valt dan vaak absoluut niet op. Daarom heb ik er een gewoonte van gemaakt als ik op dergelijke stukken geen marriet vond, die stukken opzij te leggen een poos (dagen, weken, jaren . . .) later opnieuw te bekijken. Dat leverde heel wat marriet-vondsten op. Pas als ik na minstens vijf grondige inspecties niets gevonden heb, verdwijnt een dergelijk stuk in de vuilnisbak.
Conclusie: gooi op het eerste oog waardeloze stenen niet te snel weg. Ze later nog eens opnieuw bekijken kan heel lonend zijn.