Mineralen verzamelen begon voor mij ergens in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Mijn vader werkte als “verbandmeester” in de geneeskundige dienst van de steenkolenmijn Willem-Sophia in Kerkrade. Aangezien fotograferen zijn hobby was maakte hij ook veel foto’s voor het bedrijfsblad “Anthraciet”. De steenberg van de Willem-Sophia was een bijzondere: hij stond in brand! Daardoor werd het gesteente in de buurt van de brandhaard langzaam rood en die rode steen werd gewonnen. Na vermalen kon hij namelijk gebruikt worden voor atletiek- en tennisbanen. Omdat de steenberg door de toevoer van nieuw materiaal en het afgraven van de rode steen steeds van vorm veranderde moesten daar regelmatig foto’s gemaakt worden voor het bedrijfsblad. Bij voorkeur deed mijn vader dat op zondagmiddag en dan mocht ik mee. Samen zochten we dan naar “mooie stenen”. Dat waren vaak fossielen, maar ook pyriet en calciet. Vlak bij de plaatsen waar de berg brandde kwamen dampen uit de berg. Bij afkoeling in de lucht daarbuiten zetten zich allerlei, voor mij toen meest volslagen onbekende, mineralen af. Van die mineralen was er echter één wel goed herkenbaar: zwavel. Met de loep (een microscoop had ik als tiener in die tijd uiteraard niet) waren duidelijk kristalletjes herkenbaar. Daarvan nam ik er dus de nodige mee. Een paar stukjes kwamen en bleven in mijn verzameling, de rest verdween in een kartonnen doos die een stuk of vijf verhuizingen ongeopend overleefde. Pas vorig jaar, toen de werkgroep micromineralen ging kijken naar mineralen van Nederlandse bodem, bekeek ik de inhoud van die doos opnieuw. Die was nog steeds de moeite waard, zodat ik de hele werkgroep micromineralen van Nederlandse zwavel kon voorzien.
Meer info over dergelijke brandende bergen en hun mineralen:
GEA 2013-2 Erik Vercammen: mineralen van steenkoolmijnen en terrils