Zoals voor vele Vlamingen was Wallis ook voor onze familie een geliefde vakantiebestemming. Vanuit Les Haudères in de Val d’Hérens bezochten we o.a. de Grande Dixencedam, in de Val d’Hérémence, een zijvallei. Dat is een erg indrukwekkend bouwsel, en het middelpunt van een heel netwerk van kleinere dammen en pijpleidingen over een groot stuk van Wallis.
De dam is gebouwd op wat in het Frans een “verrou” heet, letterlijk een sluitpin: het is een harde laag dwars door de vallei, die ze gedeeltelijk afsluit (“ombilic”, navel, is de naam voor de breed uitgesleten delen van een vallei in zachtere gesteentes). Dat maakt dat de dam, zelf al een paar honderd meter hoog, bovenop een flinke helling staat. De meeste toeristen reden met de auto naar boven, maar wij hielden wel van een flinke wandeling met uitzichten en deden dat stuk te voet.
Uiteraard bekijkt een verzamelaar dan ook de rotsen langs de weg. Tot mijn grote verrassing kwamen we al snel spleten in de rots tegen, en daarin zaten kristallen te blinken: staalgrijze metalig blinkende hematietplaatjes en wat witte albiet. De spleten waren deels gevuld met massieve calciet, maar dat was juist een voordeel: die beschermt de kristallen eronder, en kon thuis gemakkelijk verwijderd worden met zoutzuur. De foto bovenaan dit artikel toont één van de mooiste vondsten.
Maar daarmee is het verhaal nog niet ten einde. In de zomer van 2001 kwamen er vrienden uit Amerika, om eerst de beurs van Sainte-Marie-aux-Mines te bezoeken, en vervolgens een trip door de Alpen te maken, om musea en Strahlers te bezoeken, maar ook om zelf mineralen te verzamelen. We gingen daarbij ook terug naar deze vindplaats, omdat ze gemakkelijk te bereiken is, mooi ligt, en er veel mogelijkheid tot verzamelen is, van een typisch alpien mineraal. Uiteraard bracht ik zelf ook nog een paar goeie stukken mee, maar het was pas een tijd later dat het er van kwam om ze “uit te zuren”. En dat leverde een grote verrassing op: naast de staalgrijze hematietplaatjes zaten er op één stuk ook meer bruine rombendodekaëdrische kristalletjes. Het was even zoeken om die te identificeren, want iets dergelijks had ik nog niet in handen gehad.
Wat nadenken en kijken in boeken bracht de oplossing: magnetiet, wat werd bevestigd door een magneet. Maar het is een bijzonder stuk: meestal treedt magnetiet op in de vorm van oktaëders, de rombendodekaëder is een stuk zeldzamer. En voorts is het wel eigenaardig om twee mineralen naast mekaar te hebben waarin ijzer een verschillende valentie heeft: hematiet, het hier meest voorkomende mineraal, is Fe2O3, dus met alleen driewaardig ijzer. Magnetiet daarentegen heeft in zijn formule Fe3O4 zowel twee- als driewaardig ijzer zitten: mogelijk was er bij de vorming van de mineralen in deze spleet niet genoeg zuurstof beschikbaar om alle ijzer te oxideren tot de driewaardige toestand. Hoe het ook zij, dit is nu één van de interessantere stukken van mijn verzameling, zelf gevonden, met goede en speciale kristallen, een ongewone combinatie, en een herinnering aan een geslaagde reis, die trouwens nog meer vondsten heeft opgeleverd.