Het gaat hier niet om zakrekenmachientjes en ook niet om onderdanen van het keizerrijk, al is er daar wel een flinke groep van aanwezig in Arizona tijdens de eerste helft van februari, als de beurs van Tucson doorgaat.
Dit artikeltje houdt wel verband met die beurs. Dat is eigenlijk een overweldigend geheel van talloze activiteiten, en om toch een groot genoeg deel daarvan te kunnen zien, moet men er wel een paar weken verblijven. Maar af en toe wordt het te overweldigend, en dan is een rustdag nodig: die wordt dan benut voor een rondrit in de natuur van Zuid-Arizona, liefst gecombineerd met het zelf zoeken van “stenen”.
Een interessant doel hierbij is het gebied van Duquesne – Washington Camp, vlak bij de Mexicaanse grens. De weg erheen gaat door savannes, langs ingesneden rivierbeddingen en er zijn beboste bergen, Eén van de mogelijk wegen leidt langs Patagonia, niet het zuiden van Zuid-Amerika, maar wel een klein stadje op de weg tussen Tucson en Mexico.
Ooit werden in dit gebied veel mijnen ontgonnen, maar het zijn spookstadjes geworden, met veel resten van ertswinning: vervallen gebouwen en mijninstallaties, putten en holen, storthopen. Daartussen zijn mineralen te vinden: granaten, epidoot, zwarte sfaleriet, chalkopyriet, blauwige bolletjes van hemimorfiet en kwarts. Dat is duidelijk een skarnparagenese, dus gevormd waar hete intrusies zijn binnengedrongen in kalkhoudende gesteentes en daarmee gereageerd hebben. Op zichzelf interessante vondsten, en het is er ook heel rustig zodat men tegelijk van de natuur en de stilte kan genieten.
Het werd een gewoonte om daar bij elke Tucson-reis te gaan zoeken, ook in de hoop eens iets echt speciaals te vinden. En op een keer hadden we geluk: we merkten een kwartsband op, wat natuurlijk de plek was om te gaan hakken, in de hoop op mooie kristallen. En die vonden we, maar tot onze grote vreugde zaten er heel wat tweelingkristallen bij! En dat waren de al bij al toch zeldzame “Japanse” tweelingen, zowel losse stukken als op kwartsmatrix. Verder zat er ook iets hematiet en een paar adulaarkristalletjes. Die avond hebben we in onze motelkamer heel wat spoel- en kuiswerk verricht (waarvoor een Amerikaanse vlaklader al niet goed is!), maar het resultaat mocht er zijn, zoals de foto’s hierboven en onder bewijzen. Tot slot nog één opmerking: dit soort tweelingen van kwarts wordt in de literatuur bijna altijd beschreven als “Japanse” tweelingen, maar eigenlijk heeft de naam “La Gardette-tweeling” prioriteit: van deze beroemde Franse vindplaats werden dergelijke tweelingen al veel eerder beschreven.