Zowat iedereen zal al wel eens een mineraal gekocht hebben, en dat geldt ook voor mij, maar het stuk op deze foto is toch wel onder eerder ongewone omstandigheden in mijn bezit gekomen.
Dat gebeurde ongeveer 35 jaar geleden, te Lautenthal in het Duitse Harz-gebergte. In dat stadje werd eeuwenlang zilverhoudend lood ontgonnen, later ook sfaleriet, en er stond ook een smelterij. In de slakken daarvan is trouwens een lood-koper-sulfaat ontdekt, dat in 1993 erkend werd door de IMA en de naam lautenthaliet kreeg.
Maar ik was indertijd aan het zoeken op de oude haldes van een der gesloten mijnen, met vondsten als galeniet, sfaleriet, chalcopyriet, kwarts en een reeks oxidatiemineralen. Opeens kwam er een klein meisje naar mij toe gewandeld, en ze bood me een groot ertsbrok te koop aan: een zo goed als massief stuk galeniet en chalcopyriet. Dat was niet afkomstig uit Lautenthal, maar wel uit Bad Grund. Dat is de enige mijn die toen nog werkte in de Harz, en haar vader was er blijkbaar mijnwerker. Het stuk moest 10 toenmalige Duitse mark kosten, ongeveer 5 euro in huidig geld. Dat had ik er wel voor over, want zo’n ertsklont zelf vinden was wel erg onwaarschijnlijk.
Achteraf heb ik er nog over zitten denken. Mineralen verkopen moet waarschijnlijk een bijverdienste geweest zijn voor de familie, en vermoedelijk woonde die vlak bij de halde, met een goed zicht erop. Als daar iemand aan het zoeken was, moest dat wel een mineralenliefhebber zijn, en dus een potentiële klant. En als een klein meisje zoiets liefs komt aanbieden, zullen nog niet veel mensen dat aanbod afslagen.