Mineraaltje met een verhaaltje
maandelijkse rubriek met een opmerkelijk verhaal over een mineraalspecimen
voor vragen of suggesties, email
verhaaltje@minerant.org
Pseudoboleiet
Foto's en verhaal Piet van Kalmthout
In de huidige coronatijd is afstand houden een basisregel geworden. Gelukkig houdt de mineralogie zich er niet aan. Wanneer twee verschillende mineralen zich aangetrokken tot elkaar weten en een innige verbintenis willen aangaan spreekt met van epitaxie. Paul Tambuyser omschrijft het in zijn boek “Mineralogie voor verzamelaars” natuurlijk wat netter: “Onder epitaxie verstaan we de kristallografisch georiënteerde overgroeiing van een kristal van een mineraalsoort (het substraat) door één of meerdere kristallen van een andere mineraalsoort (het gastkristal). Tussen het substraat en het gastkristal ontstaat een grensvlak.” Dat is mogelijk door bepaalde overeenkomsten tussen beide kristalstructuren. Het bekendste voorbeeld daarvan is rutiel en kwarts. Ook in de beroemde antieke loodslakken van Laurion komen mineralen voor die epitaxie vertonen. Een voorbeeld daarvan staat in het boek “Laurion, the minerals in the ancient slags” dat ik samen met Piet Gelaude († 2018) mocht schrijven.
Het betreft het mineraal pseudoboleiet Pb
31Cu
24Cl
62(OH)
48 dat voorkomt als blauwe tetragonale plaatjes. De plaatjes kunnen solitair voorkomen, of ook gestapeld. Maar vaak voelt de pseudoboleiet zich aangetrokken tot boleiet KPb
26Ag
9Cu
24(OH)
48Cl
62 en gaat dan als een gastkristal zitten op de vlakken van de boleietkubus, dat dan het substraat is. Er is dan een duidelijk grensvlak. Hieronder een foto daarvan, die ook in het boek is opgenomen.
pseudoboleite op boleiet, Thorikos, beeldbreedte 1,0 mm, vondst: Piet Gelaude
Foto Olympus OM2 camera op Wild M420 Macroscoop. Kodak tungsten 64 ASA
Nu kun je je daar nog iets bij voorstellen. Het is een soort broertje en zusje.
Pseudoboleiet kiest echter ook andere partners, wel uit dezelfde groep, de halogeniden, maar dan wat verder weg, eerder als een soort neef en nicht. We spreken dan van een “kristallografisch georiënteerde vergroeiing van kristallen van twee mineraalsoorten.” Er is dan geen duidelijk grensvlak, maar ook deze vergroeiing wordt epitaxie genoemd. Bij dergelijke georiënteerde vergroeiingen zijn beide mineralen meestal gelijktijdig uitgekristalliseerd. Een voorbeeld daarvan is ook in ons boek opgenomen. Het is pseudoboleiet epitactisch vergroeid met paralaurioniet PbCl(OH). De pseudoboleiet kristallen zijn hierbij vertweelingd in een kruisvorm.
pseudoboleiet op paralaurioniet, Thorikos, beeldbreedte 0,9 mm, vondst: Piet Gelaude
Foto Olympus OM2 camera op Wild M420 Macroscoop. Kodak tungsten 64 ASA
De afgelopen jaren heb ik frequent loodslakken gezocht op diverse plaatsen in Laurion. In het boek zijn er 4 genoemd; inmiddels zijn er 11 vindplaatsen bekend. De afgelopen weken heb ik ruim de tijd gehad om een aantal thuis opgeslagen slakken open te breken en stuitte ik op twee nieuwe epitactische vergroeiingen van pseudoboleiet.
De eerste was pseudoboleiet met fiedleriet Pb
3FCl
4(OH)·H
2O.
pseudoboleiet vergroeid met fiedleriet, Legrena Cape, beeldbreedte 1,02 mm,
vondst: Piet van Kalmthout, 2006. Foto Nikon camera D800e op Wild M420, Zerene stacker 45 opnames
De tweede was pseudoboleiet met phosgeniet Pb
2CO
3Cl
2
pseudoboleiet vergroeid met phosgeniet, Charakas, beeldbreedte 1,2 mm
vondst Piet van Kalmthout, 2013. Foto Nikon camera D800e op Wild M420, Zerene stacker 84 opnames
Let wel de kruisvormige tweelingen van pseudoboleiet zijn vrij zeldzaam en zeer klein. In de vindplaats Charakas, een vindplaats ongeveer 5 km noordwestelijk van Sounion, zijn ze meermalen aangetroffen.