Rik Dillen

 

Machu Picchu, Peru, 2016



Als rasechte Antwerpenaar geboren in 1950 bracht ik mijn jeugd door in Deurne (op zo'n 2 km van de plek waar Paul Tambuyser woonde). Toen we op mijn twaalfde met de jeugdbeweging op fietstocht waren in de Ardennen, kreeg ik van de toenmalige uitbaatster van de eveneens toenmalige jeugdherberg van Mont-Xhoffraix (vlakbij Ovifat... gaat er een belletje rinkelen?) een stuk leisteen cadeau met daarin mooie goudgele pyrietkristallen. Ze legde me ook precies uit waar in de vallei van de Bayehon ze gevonden waren. Ik ging er een kijkje nemen en bewaarde de gevonden specimens als een waardevolle schat. In 1969 of daaromtrent vond ik puur toevallig tijdens een wandeling in Neu-Moresnet een stuk schalenblende. Toen ik zocht naar een vereniging waar ik meer zou kunnen te weten komen over mineralogie in het algemeen, en schalenblende in het bijzonder, kwam ik bij de MKA uit, die toen vergaderde in een obscuur zaaltje weggestopt op de eerste verdieping van café Paon Royal (het 'stamcafé' van de Antwerpse Zoo, aan het Astridplein). Ik werd wegwijs gemaakt door Leo Michiels, Albert Van hee en... leeftijdsgenoot Paul Tambuyser.

Op het einde van het middelbaar had ik in eerste instantie als studierichting gekozen voor geologie, maar opportunistisch als ik was koos ik uiteindelijk voor een richting die me meer zekerheid gaf, namelijk scheikunde. De mineralogie beperkte zich dan tot een hobby.

Mijn interesse begon al gauw als een soort virale infectie te werken, en toen we in 1972 trouwden kocht ik een stereomicroscoop nog voor we geld genoeg hadden om een salon of een wasmachine aan te kopen. Vanaf het begin heb ik strikt systematisch verzameld, met dank aan de op Strunz' Mineralogische Tabellen gebaseerde mineralenlijst opgesteld door Albert Van hee. Vermits er toen nog geen fotokopieertoestellen (en ook geen Glossary en al zeker geen internet) bestonden heb ik dan maar de ganse lijst (vele tientallen pagina's) helemaal overgetypt.

Mijn ganse professionele loopbaan speelde zich af in allerlei aspecten van onderzoek in verband met staal bij Sidmar, later ArcelorMittal en OCAS (Onderzoekscentrum voor Aanwending van Staal). Terwijl ik bij Sidmar werkte maakte ik een doctoraat over spoorelementverdelingen in staal en... pyriet. En voor de rest heb ik me professioneel altijd mogen amuseren met allerlei analytische technieken en karakteriseringsmethoden voor diverse materialen, van ijzererts tot kalksteen en fluoriet, van staal tot gietijzer, van koper tot palladium. Detectielimieten heb ik zien evolueren van het ppm-gebied naar het ppq-gebied (parts per quadrillion), laterale waarnemingsresoluties van micrometers naar nanometers. Mijn loopbaan is als het ware voorbij gevlogen, en in die 'korte' tijd is de wetenschap enorm geëvolueerd.

Geregeld ging ik hetzij in clubverband, hetzij samen met andere MKA-leden mineralen zoeken, o.a. in Neu-Moresnet, Blaton, Beez, Landelies, de Eifel, het Zwarte Woud, het Binntal, het Inntal in Oostenrijk, de Franse Alpen, Sardinië, Lavrion (Griekenland)... Pas veel later konden we het ons financieel permitteren om ook eens wat verder weg te gaan kappen, o.a. in Namibië (twee maal met de MKA), de omgeving van Tuscon (in het gezelschap van Ted Hadley - cfr. tedhadleyiet), Canada, Australië, Zuid-Afrika, Californië, Marokko.

Tot een jaar of 12 geleden was ik ook een trouwe bezoeker van de mineralenbeurs (zeg maar beurzen) van Tucson, Arizona. De beurs van Saint-Marie-aux-Mines bezocht ik voor het eerst begin jaren zeventig. Toen kon je nog parkeren voor de trap van het 'amphithéâtre' en was ik een van de hooguit enkele honderden bezoekers (tegenwoordig zijn het er tienduizenden).

Vanaf rond 1975 kwam ik zonder het goed en wel te beseffen in het MKA-bestuur terecht, waar ik me afwisselend heb beziggehouden met onder andere het secretariaat, Minerant, public relations en uiteindelijk Geonieuws, dat in feite gelanceerd was door Paul Tambuyser gevolgd door Paul D'Hanens.
En zo ben ik nu nog altijd, na meer dan 35 jaar, redacteur van Geonieuws.

Mijn verzameling is nog steeds puur systematisch georiënteerd. Het is een mix van zelf gevonden, geruilde en aangekochte stukken. Met een kleine 3000 species en orde van grootte 7000 à 10000 specimens loop ik nu wel geregeld tegen de grenzen aan van wat voor een normale verzamelaar nog haalbaar is op het vlak van een juiste determinatie en identificatie. Maar gelukkig is er de MKA met de nodige middelen en contacten. Alle specimens in mijn verzameling zijn gecatalogeerd in een Access-databank, hoewel ik moet toegeven dat ik momenteel ten minste een duizendtal specimens achterloop. Qua zelf mineralen zoeken ben ik tegenwoordig enigszins oververzadigd; wanneer ik nog eens meega op excursie is het meestal hoofdzakelijk om er een fotoreportage van te maken, want fotografie gekoppeld aan reizen is andere hobby waar ik veel tijd en energie aan besteed.

Het zal je wel niet ontgaan zijn dat ik geregeld nog al eens artikels schrijf en lezingen in elkaar steek. Eén wijsheid heb ik daaraan overgehouden: wanneer je schrijft (of een lezing voorbereidt) leer je zelf tien keer meer dan je in je eindproduct kan weergeven, zodat het schrijven van een artikel eigenlijk herleid kan worden tot puur... eigenbelang



Met de MKA op excursie in Namibië (Goboboseb-gebergte). Kwartskristallen (amethist, rookkwarts, scepterkristallen...) en prehniet met de vleet (2010)



45°C, vliegen en pyromorfiet / cerussiet / malachiet; de beroemde vindplaats Brown's Prospect, Rum Jungle, Coomalie Shire, Northern Territory, Australië (2003)



Aan het werk op de vindplaats van enstatiet ("bronziet") van Perprean Cove, Covernack, St Keverne, Lizard Peninsula, Cornwall, England, UK (1979)