Tip van de maand
nuttige wenken en praktische tips voor de mineralenverzamelaar
voor vragen of suggesties, email
tips@minerant.org
Tip 59: De stereomicroscoop deel 4: de aankoop
een tip van Paul Mestrom
Met enige regelmaat wordt me door verzamelaars advies gevraagd over de aanschaf van een stereomicroscoop. Daarom als laatste in de serie tips over de stereomicroscoop enige overwegingen.
Een goede stereomicroscoop is een kostbaar bezit en daarom is het verstandig voor de aanschaf een aantal vragen te beantwoorden. Alles wat hier staat is gebaseerd op mijn eigen ervaring en subjectieve oordeel, aangevuld met enige suggesties van Rik Dillen. Voorop staat uiteraard: denk zelf goed na over wat je belangrijk vindt!
1. Een fototubus: wel of niet?
Waarvoor wil je je microscoop gebruiken? Natuurlijk, om stenen te bekijken, dat is logisch.
Maar wil je er ook foto’s mee kunnen maken? Dan moet de microscoop bij voorkeur voorzien zijn van een extra tubus (de fototubus) om een camera op te monteren. Hou er rekening mee dat een spiegelreflexcamera in veel gevallen te zwaar is om op een fototubus te plaatsen. De camera hoeft trouwens alleen maar een uitstekende resolutie en algemene beeldkwaliteit te hebben; allerlei gadgets en mogelijkheden zijn niet nodig om steentjes te fotograferen... als je op glimlachdetectie moet rekenen voor een anataaskristal zul je lang moeten wachten ☺, en een GPS heb je hoogst waarschijnlijk ook niet nodig om je kristalletje te vinden.
2. Welke vergroting is nodig en zinvol?
Als je een steentje van alle kanten wilt kunnen bekijken, dan gaat dat het best als je het in de hand kunt houden en bewegen. Dat gaat prima bij een vergroting van 20x.
Wil je een grotere steen inspecteren, dan is een kleinere vergroting, bijvoorbeeld 10x, handig. Met een loep met een vergroting van 10x kan dat echter ook wel.
Als je kleine details beter wilt kunnen zien, is een vergroting van meer dan 20x zinvol. Mijn microscoop kan in principe tot 50x vergroten. Hou je de steen dan nog in de hand, dan is de beweging meestal zo groot, dat dat niet goed lukt. De steen moet dan dus vast gepositioneerd worden.
Bij vergrotingen van meer dan 50x zijn details natuurlijk nog beter te zien, maar het gebiedje dat in beeld komt wordt dan heel wat kleiner, en de winst aan informatie die dat beeld oplevert, valt vaak tegen.
Mijn microscoop heeft standaard oculairs van 10x, waarmee de vergroting van mijn microscoop kan variëren van 10x tot 50x. Achteraf heb ik er twee oculairs van 20x bij gekocht. Daarmee kan ik dus tot 100x vergoten. Die oculairs gebruik ik echter maar zelden.
Bovendien heb ik, ook achteraf, een voorzetlens van 2x gekocht voor mijn objectief. Ook daarmee kan ik de vergroting dus opschroeven tot 100x. Groot nadeel van zo’n voorzetlens is dat de werkafstand (de afstand tussen lens en steen) veel kleiner wordt. Dat is niet handig, vooral voor de belichting van de steen. Ik gebruik die lens af en toe voor microfotografie.
Vergrotingen van meer dan 100x zijn niet zinvol, tenzij in peperdure professionele stereomicroscopen.
Het combineren van de 20x oculairs met de voorzetlens heb ik wel eens getest, maar verder nooit meer gebruikt.
3. Welke oculairs?
Veel (nieuwe) microscopen worden aangeboden met twee typen oculairs: “gewoon” en “groothoek” of “breedbeeld”. De groothoek/breedbeeld oculairs leveren een groter beeldveld op en dat is pure winst. Ze zijn meestal duurder, maar dat is zeker de investering waard. Kies je voor “gewone” oculairs, dan krijg je daar vast spijt van.
Oculairs met een vergroting van 10x werken over het algemeen heel plezierig. Een extra paar met een vergroting van 15x of 20x is wel handig, omdat de totale vergroting daarmee snel aangepast kan worden.
Een extra paar oculairs kan bij een nieuwe microscoop meteen aangeschaft worden, maar bij de gerenommeerde merken zijn die oculairs vaak erg duur. Zelf kocht ik een paar breedbeeld 20x oculairs via AliExpress voor €50,-. De kwaliteit viel reuze mee!
4. Zoomlens of verwisselbare lenzen?
Mijn “gewone” microscoop heeft een zoommechanisme waarbij jede vergroting traploos kunt regelen. Zeker bij microfotografie is dat handig. Ik kan inzoomen tot het gedeelte dat ik wil fotograferen mooi in beeld staat. Bij veel stereomicroscopen zul je bij continu variërende vergroting telkens ook de focus een beetje moeten bijregelen. Meer hierover vind je in
tip 56.
Er zijn ook microscopen waarbij de vergroting in stappen gevarieerd kan worden. Dat vind ik iets minder handig, maar je kunt wel snel van vergroting wisselen.
Dan zijn er ook nog microscopen zonder zoomknop, maar met de mogelijkheid snel tussen twee verschillende objectieven te wisselen en zo de vergroting aan te passen.
Tot slot zijn er ook nog microscopen met maar één vaste vergroting. Daar zou ik zeker niet voor kiezen.
Twee Zeiss-microscopen, links met continu varieerbare zoom (en fototubus), rechts met snel verwisselbaar objectief (2,5 x en 4 x)
5. Welke werkafstand?
De werkafstand is de afstand tussen objectief (de onderkant van de microscoop) en het punt waar je een voorwerp scherp ziet. Als je bij grotere stenen met holtes details in die holtes wil kunnen bekijken, dan moet de rand van die holtes niet tegen je microscoop aan komen. Dan is een grote werkafstand heel erg plezierig, zo niet noodzakelijk. Zeker bij het bekijken van nieuwe vondsten die nog verwerkt (gekraakt) moeten worden, vind ik dat heel erg belangrijk. Mijn microscoop heeft bij elke vergroting een werkafstand van 9 cm en dat voldoet voor mij prima. Plaats ik mijn 2x voorzetlens voor het objectief, dan wordt die werkafstand een heel stuk minder: nog maar 3½ cm! Voor een goede belichting van een steen is dat heel lastig.
6. Welk statief?
Het statief waar de feitelijke microscoop aan bevestigd is, is belangrijker dan vaak in eerste instantie gedacht wordt.
Ten eerste moet het behoorlijk degelijk en stabiel zijn. Anders krijg je trilling in je beeld en dat is vervelend, zeker als je wilt fotograferen. Mijn statief is zo zwaar dat ik zelfs mijn spiegelreflex camera erop kan monteren om te fotograferen.
Verder moet het statief de mogelijkheid bieden de microscoop voldoende hoger of lager te plaatsen. Dat is vooral belangrijk als je ook grote stenen (nieuwe vondsten bij voorbeeld) wilt kunnen bestuderen. De tandheugel/hoogteregelaar biedt daarvoor meestal onvoldoende ruimte.
7. Met of zonder verlichting?
Een ingebouwde of meegeleverde verlichting is geen bezwaar, maar voldoet vaak niet. Meer over verlichting vind je in
tip 58.
8. Welke kwaliteit is nodig?
Dat lijkt een simpele vraag, maar het antwoord is vaak toch wel lastig. Natuurlijk wil je liefst de beste kwaliteit, maar daar hangt ook een prijskaartje aan. Mijn eerste microscoop was een heel goedkoop en eenvoudig Euromex microscoopje met een vaste vergroting van 20x. Beter paste op dat moment gewoon niet in mijn portemonnee. Het beeld was niet geweldig, maar goed genoeg voor mij op dat moment en ik was er heel blij mee. Toen ik besloot een betere te kopen, kon ik deze probleemloos doorverkopen aan een andere (beginnende) verzamelaar.
Een factor van belang is, hoe vreemd dat in eerste instantie ook mag lijken, de leeftijd van de gebruiker. Dat vergt enige toelichting. Toen ik, inmiddels lang geleden, een geologieclub met leerlingen van mijn school runde, stonden er bij onze bijeenkomsten meestal vijf verschillende microscopen opgesteld. De kwaliteit daarvan varieerde van wat ik nu zou omschrijven als miserabel tot heel goed. Desgevraagd vertelden mijn pupillen dat ze dat kwaliteitsverschil nauwelijks zagen. Kennelijk zagen die jonge ogen zo veel beter dan de mijne nu, dat het kwaliteitsverschil minder belangrijk was!
9. Hoeveel mag een microscoop kosten?
Uiteraard wordt dat allereerst bepaald door het beschikbare budget! Is dat niet hoog genoeg voor de gewenste microscoop, dan zijn er diverse mogelijkheden:
– de eisen aanpassen zodat een goedkopere gekocht kan worden
– sparen tot het budget wel toereikend is
– een tweedehands microscoop aanschaffen (zie punt 10)
– gokken in een casino of meedoen aan een loterij en hopen op een grote prijs.
Dat laatste lijkt me de slechtste keuze.
10. Nieuw of tweedehands?
De aanschaf van een nieuwe microscoop heeft als voordeel dat je precies kun kopen wat je hebben wil: het systeem, de lenzen, de vergroting, al dan niet een fototubus en zo meer.
Consequentie is wel dat de prijs relatief hoog zal zijn.
Daarom is het goed te bedenken dat lenzen door het gebruik niet verslijten. De kwaliteit van een oude microscoop hoeft dus echt niet minder te zijn dan die van een nieuwe.
Er zijn firma's die gereviseerde professionele microscopen verkopen van uitstekende kwaliteit, voor een fractie van de prijs in nieuwwaarde.
11. Welk merk zal ik kopen?
Er is een groot aantal gerenommeerde fabrikanten die allemaal heel goede microscopen maken. Zeiss, Nikon, Olympus, Leica en Wild zijn wel de bekendste.
Verder zijn ook de microscopen van firma’s als Euromex behoorlijk goed.
Via internet worden veel meer merken aangeboden, vaak met Chinese herkomst. De kwaliteit daarvan is soms heel goed, maar vaak ook niet.
12. Waar ga ik kopen?
Nieuwe microscopen worden aangeboden door de fabrikanten zelf. Op hun sites zijn vaak verkoopadressen te vinden.
Ben je op zoek naar een tweedehands microscoop, dan bieden sites als Marktplaats, eBay en AliExpress volop mogelijkheden. Welke merken daar aangeboden worden varieert nogal. Groot nadeel daarbij is dat je dan meestal enigszins blind moet kopen, omdat je niet de kans krijgt om ze grondig en vergelijkend uit te testen.
De firma
ABRO in Zaandam verkoopt nieuwe microscopen, maar heeft meestal ook een aardig aantal tweedehands exemplaren, die echter niet op de website vermeld staan. Een telefoontje daarover en een afspraak om ter plekke te gaan kijken heeft al een aantal MKA-leden een heel goede microscoop opgeleverd voor een acceptabele prijs. Je krijgt er ruim de gelegenheid om microscopen uit te testen en te vergelijken.
Zelf ken ik nog een oud-medewerker van Zeiss die ook vaak heel goede tweedehands exemplaren heeft voor heel acceptabele prijzen.
13. Wat kost een microscoop?
Het voorafgaande maakt wel duidelijk, dat de prijs van een microscoop enorm kan variëren. Nieuw is in principe duurder dan tweedehands en vaak ben je beter af met een relatief dure occasion met een uitstekende kwaliteit, dan met een even hoog geprijsde nieuwe microscoop met een matige kwaliteit.
Voor een echt goede nieuwe microscoop ben je al snel een paar duizend euro kwijt. Tweedehands ben je afhankelijk van het aanbod. Mijn “reismicroscoop” is een heel goede Zeiss met 10x oculairs en een snel verwisselbaar objectief van 2x of 4x. De vergroting is dus 20x of 40x. Ik kon hem destijds overnemen voor €150,- en dat was een koopje.
14. Is de microscoop die ik wil kopen in orde?
Mijn voornaamste advies bij het kopen van een microscoop is in elk geval:
EERST KIJKEN, DAN KOPEN.
Daarmee bedoel ik: ga naar de verkoper en neem eigen materiaal (o.a. stenen) mee om de microscoop te beoordelen.
Stel de microscoop eerst zo goed mogelijk in volgens de aanwijzingen van tip 56.
Probeer dan de microscoop zo goed mogelijk te beoordelen:
* Ging het instellen van de microscoop gemakkelijk? Loopt alles soepel?
* Gebruik (indien mogelijk) eigen verlichting : dan kun je wat je bekijkt/ziet beter beoordelen en weet je wat je thuis kunt verwachten.
* Beoordeel de randen van het beeldveld: kijk door de oculairs naar een wit vel papier. Als het goed is, zie je maar één rand en geen “dubbel beeld”.
* Ga na of de lenzen schoon zijn en er geen vuiltjes in je beeld te zien zijn. Dat gaat ook prima door naar een wit vel papier te kijken.
* Test de beeldkwaliteit grondig uit door een vel ouderwets millimeterpapier te bekijken. Let dan op:
– Chromatische aberratie (kleurfranjes).
– De veldbreedte.
– De scherptediepte (door het millimeterpapier, dat je bij voorkeur op een kartonnetje gekleefd hebt, schuin te bekijken).
– Vervorming van het beeld. Dat kan door te kijken of de rechte lijntjes van het millimeterpapier er inderdaad overal recht uitzien (zie afbeelding hieronder).
* Bekijk eigen stenen: die heb je vast al onder een andere microscoop bekeken. Je weet dus wat er te zien valt. Neem naar de verschillende potentiële leveranciers steeds hetzelfde steentje mee, zodat je goed kunt vergelijken.
* Vraag bij een microscoop met fototubus aan de leveranciers om van je steentje een zo goed mogelijke foto te maken. Dan kun je de resultaten goed vergelijken. De verschillen zijn soms enorm!
Sterkte bij je keuze!
Millimeterpapier: links “gewoon”, midden en rechts vervormd.